Stikstofrapporten openbaar: adviezen wetenschappers gaan alle kanten op
Minister Wiersma kan zich niet beroepen op wetenschappelijk onderzoek bij het versoepelen van de stikstofregels. Het aanpassen van de regels is vooral een politieke keuze. Dat maken verschillende wetenschappers duidelijk in hun advies aan de minister in de zoektocht naar een zogenoemde "rekenkundige ondergrens". Die grens zou het voor kleine stikstofuitstoters mogelijk moeten maken om zonder stikstofvergunning te werken.
Wiersma zei afgelopen vrijdag in De Telegraaf dat ze wetenschappers heeft gevraagd waar die grens zou kunnen liggen. "We hebben aan de wetenschap gevraagd: is het te onderbouwen dat die grens hoger moet zijn, net als in andere landen. Het antwoord is: ja."
Uit stukken die de minister vandaag openbaar heeft gemaakt, na berichtgeving vanochtend bij de NOS, blijkt dat het antwoord ook geregeld was: "Dat moet u zelf beslissen."
Politieke keuzeAan wetenschappers werd gevraagd om een rapport van hoogleraar Arthur Petersen te beoordelen, dat minister Wiersma wil gebruiken als basis voor nieuw stikstofbeleid.
De reacties op het rapport gaan alle kanten op. Een deel van de inzenders is het met Petersen eens dat de regels soepeler kunnen, een deel wil ze zelfs nog verder versoepelen dan Petersen in zijn rapport voorstelt, een ander deel vindt het rapport slecht onderbouwd en vreest dat de soepelere stikstofregels zullen sneuvelen bij de rechter.
Maar wat vooral opvalt, is dat meerdere wetenschappers erop wijzen dat dit vraagstuk niet enkel aan wetenschappers moet worden voorgelegd. "Er bestaat mijns inziens op wetenschappelijke gronden geen verantwoorde keuze. Elke keuze is een politieke keuze", schrijft Willem Asman, eigenaar van een zelfstandig stikstofadviesbureau.
Janneke van Dis van de Universiteit Utrecht stelt dat de minister ervoor kiest om technische beperkingen leidend te maken bij het bepalen van de regels. "Wellicht een te verdedigen keuze, maar niet op grond van wetenschap alleen."
Huidig model onwenselijkEen ruime meerderheid van de geraadpleegde wetenschappers vindt de huidige situatie onwenselijk. Nu wordt met een model berekend hoeveel stikstofuitstoot van bijvoorbeeld een boer terechtkomt in de natuur. Elk beetje stikstof is te veel, waardoor voor elke uitbreiding of bouwactiviteit een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd. Veel inzenders vinden het wenselijk dat die regels worden versoepeld.
De vraag die daaruit volgt is: hoeveel moeten ze dan worden versoepeld? Petersen stelt voor dat projecten waarvan is berekend dat ze niet meer dan 1 mol stikstof per hectare per jaar bijdragen aan het stikstofprobleem, worden vrijgesteld van de vergunningsplicht.
Duizenden plekkenEen aantal van de wetenschappers is dat met hem eens, maar dat geldt lang niet voor allemaal. Jurist Chris Backes bijvoorbeeld is op zich voor versoepeling van de huidige grens, waarin elke gram stikstof te veel is, maar noemt de boodschap van Petersens rapport "niet juist en ook niet onderbouwd".
Verschillende wetenschappers wijzen er ook op dat 1 mol extra uitstoot van één boerderij of bouwproject weliswaar geen groot probleem oplevert, maar dat er wel een probleem ontstaat als op duizenden plekken tegelijk extra stikstof wordt uitgestoten dankzij de nieuwe versoepelde regels. Daaraan gaat het rapport van Petersen in de ogen van deze wetenschappers te makkelijk voorbij.
Opvallend is dat het Planbureau voor de Leefomgeving in grote lijnen wel positief is over de voorstellen van Petersen. Een ander groot Nederlands wetenschappelijk instituut, het RIVM, stelt juist dat er geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat voor het instellen van een rekenkundige ondergrens.
Vanmiddag debatteert de Tweede Kamer met minister Wiersma over haar stikstofbeleid.