ABN Amro gaat flink snijden in het personeelsbestand. Tot 2028 verdwijnen er 5200 voltijdsbanen, heeft de bank bekendgemaakt in aanloop naar een beleggersdag.
Dat gaat om een vijfde van het aantal banen dat de bank in 2024 nog had. Samen met het personeel van twee banken die recent door ABN Amro zijn overgenomen, komt de bank nu uit op 27.500 voltijdsmedewerkers. Daar blijven er eind 2028 nog 22.300 van over.
Met de ontslagronde wil ABN Amro zijn positie in Europa verstevigen. Topvrouw Marguerite Bérard zegt dat ze van ABN Amro een top 5-speler wil maken op het gebied van private banking, bankieren voor welgestelden.
ABN Amro zegt dat het personeel gaat helpen met het vinden van nieuw werk.
Overnamepad
ABN Amro bezuinigde de afgelopen jaren al op extern ingehuurd personeel. Begin vorig jaar werkten er bij de bank nog bijna 4100 externen. Het eigen personeel nam juist toe. Begin vorig jaar had de bank met bijna 21.000 medewerkers veel minder eigen personeel dan nu.
Voor groei is ABN Amro dit jaar op het overnamepad gegaan. In Duitsland werd de bank Hauck Aufhäuser Lampe gekocht en onlangs werd in eigen land met NIBC de grootste overname sinds de nationalisatie gedaan.
Meer ontslagen
Vorige week maakte ASN Bank bekend ongeveer een kwart van het aantal banen te schrappen. Daarmee wil ASN per jaar 80 miljoen euro aan kosten besparen. De nieuwe reorganisatie komt bovenop de ongeveer 700 banen die de afgelopen twee jaar al verdwenen bij ASN.
ING maakte anderhalve week geleden een melding bij uitkeringsinstantie UWV dat er bij de Nederlandse divisie dit jaar en komend jaar 950 banen zouden kunnen verdwijnen. Bij ING Nederland werken nu nog ruim 12,8 duizend mensen.
Het personeel dat moet vertrekken, wordt geholpen van werk naar werk, belooft ING. Een woordvoerder benadrukte dat dit ook binnen ING kan zijn, waar banen door automatisering verdwijnen, maar ook nieuwe banen ontstaan.
Staatsbelang afgebouwd
ABN Amro werd in 2008 tijdens de kredietcrisis genationaliseerd. Al in 2015 begon de Staat via een beursgang met de verkoop van de bank, maar pas het laatste jaar wordt echt vaart gemaakt met de verkoop van de laatste overheidsaandelen. Momenteel loopt een programma waarin het staatsbelang wordt afgebouwd naar ongeveer 20 procent.
Daarmee krijgt ABN Amro voor het eerst sinds de nationalisatie echt meer over de eigen toekomst te zeggen. Dit jaar deed de bank dus al twee grote overnames.
Tegelijk brengt het vertrek van de Staat als grootaandeelhouder ook nieuwe onzekerheid voor ABN Amro. De afgelopen jaren toonden diverse grote buitenlandse concurrenten interesse in de derde bank van Nederland. In september deden nog geruchten de ronde dat het Belgische KBC zijn oog op ABN Amro had laten vallen.
Hogere waardering nodig
De Staat wimpelde die buitenlandse interesse altijd resoluut af, maar nu het staatsbelang steeds kleiner wordt, raakt ABN Amro die beschermheer kwijt. Daarom is naast groei ook een hogere waardering op de beurs steeds belangrijker.
Een concurrent die ABN Amro wil kopen kan dat al lange tijd relatief goedkoop doen, omdat de beurswaarde van ABN Amro ongeveer 20 procent lager ligt dan de werkelijke waarde van de bank. Bij ING is dat juist andersom. Daar ligt de beurswaarde juist zo'n 25 procent boven de werkelijke waarde van de bank.
Reden voor de lage waardering is de winstgevendheid van ABN Amro. Die wordt gedrukt door de hoge kosten. Tegenover elke verdiende euro staan zo'n 60 cent aan kosten. Vergeleken met ING: bij de Nederlandse divisie van die bank wordt per euro iets meer dan 42 cent aan kosten gemaakt.
Bank wil groeien
Onder de dit jaar aangetreden bestuursvoorzitter Marguerite Bérard begint ABN Amro aan waarde te winnen. Enerzijds wordt er geprofiteerd van de grotere interesse van beleggers, anderzijds noemde Bérard ABN Amro bij de overname van NIBC een "erg sterke bank die nog sterker kan worden en zelfstandig zal blijven".
Tegelijk heeft ook de belastingbetaler nog wat te winnen bij een beter op de beurs gewaardeerd ABN Amro. Vorig jaar meldde demissionair minister Heinen van Financiën dat er nog 10,6 miljard euro openstond van de 27,8 miljard euro die het in 2008 kostte om ABN Amro te nationaliseren. Met een aandeel van zo'n 14 euro per stuk verwachtte Heinen toen niet dat het bedrag nog kon worden terugverdiend met verkoop van het nog resterende belang van zo'n 40 procent.
Toch was met de sindsdien verkochte aandelen de rekening in september van dit jaar teruggebracht naar bijna 8,3 miljard euro. Om op nul uit te komen, zouden de nog resterende 164 miljoen overheidsaandelen voor zeker 50 euro per aandeel verkocht moeten worden.
Op de beurs zit ABN Amro dit jaar mede door alle overnames flink in de lift. Het aandeel schommelt nu rond de 27 euro. Daarmee is quitte spelen nog lastig voor Heinen, maar daalt het verlies van de nationalisatie flink.