De sportapp Strava wil in New York naar de beurs op Wall Street, bleek deze week. Het gebruik van sporttechnologie heeft een hoge vlucht genomen. Sinds de coronapandemie zijn apparaten om stappen te tellen en routes weer te geven uitgegroeid tot een wereldwijde miljardenindustrie. Nederlanders spendeerden afgelopen jaar 700 miljoen euro aan sportuitrusting, volgens onderzoeksbureau Multiscope.
"Het is een gigantische business. Uitrusting is een enorme industrie geworden", zegt Frans Folkvord, sportpsycholoog en universitair hoofddocent. Meer dan de helft van de volwassen Nederlanders gebruikt wearables (meetapparatuur) en apps om sportprestaties te monitoren.
De sportieve resultaten worden gretig online gedeeld. Je ziet op jouw scherm de afgelegde afstand, snelheid, verbrande calorieën, hartslag en andere data. Experts zien de voordelen, maar waarschuwen ook voor de valkuilen van data-gedreven sport en het online delen van de resultaten.
Wat zijn wearables?
Wearables zijn draagbare apparaten die gezondheidsgegevens verzamelen. Het gaat bijvoorbeeld om smartwatches, fitnesstrackers en slimme ringen. Ze registreren zaken als fysieke inspanning, hartslag en slaapkwaliteit. Daarnaast zijn er fitness- en gezondheidsapps, zoals Strava.
Sportonderzoeksinstituut Mulier publiceerde onlangs een studie waaruit blijkt dat twee op de drie sporters wearables en apps gebruiken. Meer dan 8 miljoen mensen in Nederland maken er gebruik van, van wie ruim 1,5 miljoen sporters allebei gebruiken.
De meeste apparaten zijn voldoende betrouwbaar voor het peilen van sportactiviteiten, zegt Elçin Hanci, onderzoeker van draagbare technologie, maar minder voor andere dingen, zoals het monitoren van slaap.
Sportpsycholoog Folkvord sluit zich daarbij aan. "Het vertrouwen in de instrumenten is vrij groot, terwijl de wetenschappelijke validiteit niet altijd zeker is." Desondanks neemt de populariteit van sporttechnologie toe.
Sporters ervaren door de technologie meer zelfbewustzijn en krijgen het gevoel dat ze meer regie hebben over hun levensstijl, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Zelfmonitoring helpt om gezondere keuzes te maken, maar heeft ook onbedoelde effecten, zoals sociale druk om jezelf continu te verbeteren.
Sporters kunnen gemotiveerd zijn aan lichaamsbeweging te doen vanwege reacties die zij krijgen. Eén op de tien sporters gebruikt de technologieën namelijk om hun sportprestaties te vergelijken met die van anderen, volgens sportonderzoeksinstituut Mulier.
Deze sociale druk groeit wanneer gebruikers de data delen op sociale media. "Je raakt te veel afhankelijk van commentaren en likes, van sociale beïnvloeding en waardering", zegt sportpsycholoog Folkvord.
Hij ziet dit terug in de manier waarop mensen communiceren wanneer resultaten anders uitpakken dan gehoopt. "Er worden verklaringen gegeven, zoals blessures of slecht weer. Er ontstaat een ratrace op sociale media."
Onderzoeker Hanci merkt op dat competitiedrang de basis vormde voor een nieuw verdienmodel: hardlopers die tegen betaling met andermans wearable gaan lopen voor snellere tijden.
Atleet Julian Westerbaan (28) uit Amsterdam vergelijkt zijn resultaten ook. "Het is stom. Ik hoef een ander niet te verslaan, maar ik ben me er wel bewust van." Sportliefhebber Lars Wever (22) uit Egmond aan den Hoef herkent dit. "Je bent bezig met andermans scores."
Doordat de sporttechnologie ook vaak een spelletjeselement heeft, bijvoorbeeld een prijs voor de snelste hardloper op een bepaald traject, ervaren sporters het competitiegevoel sterker. Deze gamificatie is vooral nuttig wanneer je net ermee begint.
Hoelang iemand sporttechnologie gebruikt, hangt namelijk samen met de reden waarom die is aangeschaft, zeggen de experts. "Het gebruik is vergelijkbaar met nieuwjaarsvoornemens en vaak tijdelijk", zegt Folkvord. "Is het vanuit groepsdruk? Dan wordt het onderdeel van je sociale identiteit en de manier waarop anderen je zien", aldus Hanci.
Sporters Julian Westerbaan en Lars Wever kijken beide na het wakker worden eerst naar de apps. "Als mijn herstelresultaten slecht waren bij het opstaan, dan leefde ik er die dag naar, terwijl ik dat niet zo voelde", zegt Wever.
De ervaring die hij omschrijft, is het fenomeen van de self-fulfilling prophecy: een overtuiging die ervoor zorgt dat je je zo gaat gedragen dat die overtuiging ook echt uitkomt. "Ik overtrainde heftig, maar dat was niet zichtbaar in de meetapparatuur." Hij ging uiteindelijk langs een sportarts. "Nu gebruik ik de technologie meer dan eerst, maar ik interpreteer de data wel anders."
Wever gebruikt het nu meer om een globaal idee te krijgen van zijn gezondheid, zoals Westerbaan. "Mensen moeten niet vergeten: luister naar je lichaam. De tools zijn ondersteunend, niet leidend."
Gemeenschapsgevoel
Tegelijk onderstrepen experts het belang van het hebben van een gemeenschap. Onderdeel uitmaken van een collectief, elkaar motiveren en plezier maken. Dat is nodig voor gezonde en duurzame gedragsverandering, zeggen zij.
Westerbaan beaamt dat. "Het is educatief en zorgt voor leuke interacties met mijn gemeenschap, J2 Collective. Ik zit meer op Strava dan op Instagram."