De Nederlandse economie blijkt veel sterker dan eerder dit jaar werd gedacht. Ondanks de handelsoorlog tussen Europa en de Verenigde Staten en onzekerheid door militaire conflicten in de wereld, is de economie in Nederland niet stilgevallen.
Sterker: hij blijkt juist hard te zijn gegroeid. Ook voor volgend jaar verwacht De Nederlandsche Bank (DNB) grotere groei. En die kan zelfs sterker zijn als het nieuwe kabinet snel met plannen komt om de onderdelen die de economie in de weg staan aan te pakken, zoals het overvolle stroomnet en de belemmeringen rond stikstof.
Waar DNB dit voorjaar nog voorspelde dat de economie dit jaar slechts 1 procent zou groeien, zal die in 2025 uiteindelijk uitkomen op 1,7 procent. Dat is zelfs meer dan vorig jaar, toen de economie met 1,1 procent groeide.
Groei kan groter
In de nieuwe najaarsraming rekent DNB voor volgend jaar op een groei van 1,2 procent en voor 2027 op 1,1 procent. En ook dat is een totaal ander beeld dan waar de centrale bank in het voorjaar nog van uitging. Toen vreesde DNB nog dat de economie maar licht zou groeien en in het ergste geval zou stilvallen.
Dat komt volgens DNB doordat ondernemers hebben geleerd slimmer in te spelen op onrust in de wereld. Ditmaal deden bepaalde bedrijven sneller zaken, voor de hoge handelstarieven van de Amerikaanse president Trump dit jaar ingingen. "Daarvan heeft onze open economie dit jaar geprofiteerd", concludeert DNB-president Olaf Sleijpen. Hij spreekt van een "adrenalineboost".
Als een nieuw kabinet de belemmeringen op het gebied van energie en stikstof aanpakt, krijgen bedrijven en consumenten nog wat meer vertrouwen. En daardoor gaat de eerste groep meer investeren en de andere meer uitgeven. In dat geval zou de economie volgens DNB volgend jaar niet met 1,1 procent, maar met 1,6 procent groeien.
Met de wijsheid van nu lijkt alle somberheid van dit voorjaar niet nodig te zijn geweest. "Onze economie toont opnieuw veerkracht", zegt Sleijpen. Bij eerdere crisismomenten, bijvoorbeeld tijdens de uitbraak van het coronavirus, hield de Nederlandse economie zich ook veel beter dan vooraf werd gedacht.
Prijsstijgingen
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn in de vooruitzichten. De verwachting van DNB van afgelopen voorjaar dat de inflatie dit jaar onder de 3 procent zou dalen is weliswaar uitgekomen, maar met 2,8 procent blijven de prijzen nog altijd hardnekkig sterk stijgen. DNB denkt dat de inflatie volgend jaar op hetzelfde niveau blijft en pas in 2027 richting het gewenste niveau van 2 procent zal dalen.
Dat huishoudens ondanks de hoge prijsstijgingen toch blijven consumeren, is dan weer een opluchting. Dat komt doordat de lonen de laatste tijd harder zijn gestegen dan de inflatie. Daardoor houden consumenten meer over. Hoewel ze hun geld blijven uitgeven, ziet DNB dat ze tegelijk onverstoord doorsparen. Bijvoorbeeld voor het aflossen van hun hypotheek of om een eigen woning te kopen.
Mede daardoor stijgen de huizenprijzen dit jaar met 8,5 procent, verwacht DNB. In 2026 en 2027 zullen de prijzen met 4 procent minder hard stijgen. Dat lijkt goed nieuws. Maar doordat de lonen de komende twee jaar niet zo hard meestijgen, blijft een koophuis voor veel mensen moeilijk te financieren.
Ook vindt DNB dat het kabinet om de extra groei mogelijk te maken wel goed op de centen moet blijven letten. Het begrotingstekort loopt volgens de centrale bank de komende twee jaar al te ver op.