Oostenrijk blijft sterk afhankelijk van Rusland, ondanks onthulling over spionage
"Hier was na de Tweede Wereldoorlog een van de meest beruchte zwarte markten van Wenen." Jascha Novak vertelt een groepje studenten over het rijke spionageverleden van de Oostenrijkse hoofdstad. Hij geeft spionagetours, vol historische verhalen. "Ook spionnen waren actief op deze markt. Niet om spullen te kopen, maar geheime informatie."
Die spionage is niet alleen een romantisch geschiedenisverhaal. Wenen heeft zich de afgelopen jaren ontpopt als "hoofdstad van Russische spionage", volgens inlichtingenbronnen. De Russische inmenging in Oostenrijk zou zelfs zo ver gaan dat westerse bondgenoten zijn gestopt met het delen van gevoelige informatie met de Oostenrijkers.
Dit voorjaar werd duidelijk hoe diep de Russen in Oostenrijk geïnfiltreerd zijn. Inlichtingenofficier Egisto Ott bleek jarenlang uit Europese databanken persoonsgegevens aan Rusland te hebben doorgespeeld. Onder meer van onderzoeksjournalist Christo Grozev, die Oostenrijk is ontvlucht na een aan de Russische geheime dienst toegeschreven woninginbraak.
Ott zou bovendien een drijvende kracht zijn achter een omstreden politie-inval bij de Oostenrijkse inlichtingendienst BVT in 2018, die de dienst deels lamlegde. De man die verantwoordelijk was voor de BVT-inval is Herbert Kickl, destijds minister van Binnenlandse Zaken en nu lijsttrekker van de radicaal-rechtse FPÖ.
Dat schrikt kiezers niet af. Kickls FPÖ gaat aan kop in de peilingen en kan bij de verkiezingen morgen voor het eerst de grootste partij worden. "De partij neemt zeer openlijk de standpunten van Poetin over", zegt politicoloog en blogger Sebastian Reinfeldt. Zo verzet de FPÖ zich tegen sancties tegen Rusland en steun aan Oekraïne.
Niet alleen bij FPÖOostenrijk heeft een speciale, historische relatie met Rusland. Na de bevrijding in 1945 door het Sovjetleger werd neutraliteit afgedwongen in ruil voor onafhankelijkheid. Om die reden is het land geen lid van de NAVO.
Wenen sprak zich uit tegen de inval in Oekraïne, maar bood alleen financiële en geen enkele militaire hulp. Op dat punt is de Oostenrijkse politiek opvallend eensgezind: geen enkele partij pleit voor wapensteun aan Kyiv.
Ook bij andere partijen zijn er geluiden te horen die door Moskou worden verwelkomd, vertelt Reinfeldt. "De neutraliteit wordt zo breed uitgelegd, dat men vindt dat Oostenrijk zich niet moet bemoeien met Rusland en Oekraïne. Dat houdt in dat Russische oorlogsmisdaden niet te veel bekritiseerd mogen worden."
Bij een toespraak van de Oekraïense president Zelensky bleven naast FPÖ-politici daarom ook leden van de sociaaldemocratische SPÖ weg. "Ook bestaat er, van links tot rechts, kritiek op de sancties tegen Rusland."
In Oostenrijk leeft breed de overtuiging dat met Rusland valt te praten. Bondskanselier Nehammer reisde dit jaar als eerste westerse leider, nog voor het omstreden bezoek van de Hongaarse premier Orbán, naar Moskou voor een "direct en open" gesprek met Poetin.
Pas vorige maand is de Oostenrijkse regering het eens geworden over een nieuwe veiligheidsstrategie, waarin Rusland niet langer een "strategische partner" wordt genoemd. Dat is nu veranderd in "bedreiging", 2,5 jaar na de inval in Oekraïne en ruim tien jaar na de annexatie van de Krim. Aan die wijziging ging jarenlange discussie vooraf, een periode waarin minister Kneissl van Buitenlandse Zaken nog met alle egards president Poetin ontving op haar bruiloft. Ze woont inmiddels in Rusland.
Feit is dat de economische belangen nog altijd groot zijn. De Oostenrijkse bank Raiffeisen is met afstand de grootste westerse bank in Rusland. Toen Oekraïne de bank op een zwarte lijst van "oorlogssponsors" wilde zetten, blokkeerde Oostenrijk een nieuw Russisch sanctiepakket, waarna Kyiv de bank toch van de lijst schrapte.
Ook voor gas blijft Oostenrijk sterk afhankelijk van Rusland. Waar in de hele EU nog slechts 15 procent van het gas uit Rusland komt, ligt dat in Oostenrijk rond de 90 procent.
SatellietenReinfeldt vindt dat Oostenrijk lang naïef is geweest tegenover Rusland. Het laat de spionagepraktijken bovendien zijn gang gaan. Sterker nog: spionage is toegestaan zolang het zich niet tegen Oostenrijk richt. Ook tourgids Novak merkt dat Oostenrijkers vaak nauwelijks op de hoogte zijn van de omvang van de spionage in het land. "Ze reageren vaak verbaasder dan buitenlandse toeristen."
Aan een doorgaande weg aan de rand van Wenen wijst Reinfeldt naar een groot betonnen gebouw, omheind en volgehangen met camera's. Hier wonen en werken tientallen Russische diplomaten. Op het dak staan zeker tien satellietschotels, de meeste op het oosten gericht. "Niet om tv-zenders te ontvangen. Nee, hier luisteren de Russen communicatie af. Het is algemeen bekende informatie, maar het wordt toegelaten."
Twee Russischtalige vrouwen bij het gebouw willen niet reageren als we vragen naar de schotels. Een omwonende haalt haar schouders op: "Die dingen zijn er al jaren. En ja, de Amerikanen doen zoiets toch ook?"
Het onthulde spionageschandaal zal de verkiezingen niet beïnvloeden, zegt Reinfeldt. "Het thema houdt kiezers niet bezig en geen enkele partij voert er campagne mee. Buitenlandbeleid wordt buiten de verkiezingen gehouden, dat is absoluut fascinerend."