'Dans drukt dans uit en verder niets', Hans van Manen bleef tot einde tot gedisciplineerd
'De Mondriaan van de dans' werd Hans van Manen genoemd, en 'de meester van de eenvoud'. De grootmeester van de Nederlandse dans overleed vandaag, 93 jaar oud..
Zijn balletten staan bekend om hun heldere vorm, waarbij elke franje ontbreekt en geen pas te veel wordt gedaan. 'Dans drukt dans uit en verder niets', zei hij er zelf over. Hij werd er groot mee, zo groot dat hij in 2000 als vijfde Nederlander de Europese Erasmusprijs kreeg.
Hij laat meer dan 125 balletten na. Sinds het begin van de jaren zeventig zijn ze allemaal op video vastgelegd, waardoor ze internationaal invloedrijk zijn gebleven.
Hij was ook vernieuwend. In zijn balletten waren man en vrouw gelijkwaardig. Daarmee week hij af van het traditionele ballet, waarin de man meestal slechts een ondersteunende rol heeft.
Hans van Manen was niet afkomstig uit een artistiek milieu. Hij werd in 1932 in Nieuwer-Amstel geboren als zoon van een Duitse dienstbode en de eigenaar van een fotozaak. Als jongetje wilde hij al danser worden. Hij danste op zondagmiddag thuis in de woonkamer op radiomuziek van het Concertgebouworkest en nam na afloop ook altijd het applaus in ontvangst. In 2000 zei hij in zijn dankwoord voor de Erasmusprijs dat dat applaus op de radio gelukkig altijd erg lang duurde, "want zoals u weet moeten in het Concertgebouw de dirigenten en de solisten die trap helemaal op en weer af."
Toen hij zeven was overleed zijn vader aan TBC. Hij bleef achter met zijn moeder met wie hij een zeer nauwe band hield en met wie hij 37 jaar lang in één huis aan de rand van de Amsterdamse Jordaan bleef wonen.
KrullenjongenIn de oorlog kwam er al een eind aan zijn schoolcarrière. Hij kwam niet verder dan de vijfde klas van de lagere school en wilde na de oorlog niet opnieuw naar school, omdat dat hem totaal niet meer interesseerde. In plaats daarvan zorgde hij dat hij krullenjongen en toneelkapper werd in de Amsterdamse Stadsschouwburg, zodat hij de wereld van toneel en dans van dichtbij kon zien.
Als vijftienjarige kwam hij al in homobars. In een tijd dat homoseksualiteit nog een groot taboe was, had zijn moeder daar geen problemen mee. Vriendjes van Van Manen konden het vaak goed met haar vinden, en kwamen nog bij haar over de vloer als Van Manen ze al jaren niet meer zag.
COC-oprichter Benno Premsela ontfermde zich over hem en liet hem kennismaken met de wereld van de moderne kunst. In het begin van de jaren vijftig besloot Van Manen danslessen te nemen bij Sonia Gaskell, die toen gold als de beste balletdanseres van Nederland.
Zie hieronder de grootmeester zelf aan het werk als danser.
Hij was er goed in, zag er naar eigen zeggen ook 'beeldig' uit, maar was niet briljant. Al snel ontdekte hij dat hij nog meer talent had als choreograaf. Hij had een goed oog voor dans en kon anderen beter maken. In 1955 debuteerde hij, 23 jaar oud, als choreograaf en twee jaar later won hij al de Staatsprijs voor Choreografie.
Gloriejaren bij het Nationale BalletVan 1961 tot 1971 was hij choreograaf en artistiek leider van het Nederlands Dans Theater in Den Haag, en in de jaren zeventig en tachtig leidde hij het Nationale Ballet in Amsterdam, als opvolger van Rudi van Dantzig. Na een serie ruzies keerde hij in 1988 terug bij het Dans Theater.
De jaren bij het Nationale Ballet waren zijn glorietijd. In de jaren zestig steeg zijn roem ook al, maar het ontbrak hem toen nog aan een vaste stijl. Hij maakte jazzballetten voor televisieshows, maar ook klassieke en experimentele balletten. Hij gebruikte muziek van componisten als Beethoven, Satie en Stravinsky, maar ook minimal music en avantgardistische muziek van Karlheinz Stockhausen en John Cage.
Zijn typische beheerste, serene en heldere 'neoklassieke' stijl bereikte hij in de jaren zeventig en tachtig. Als hoogtepunten gelden Adagio Hammerklavier (1973), een ballet voor drie koppels op een pianosonate van Beethoven, en Sarcasmen (1981), een ballet op muziek van Prokovjev dat hij speciaal maakte voor zijn muze Rachel Beaujen en Clint Farha. In deze dans vol erotische uitdaging legde de danseres de hand op het kruis van de danser.
Bekijk een hommage van het Nationale Ballet ter gelegenheid van de 85ste verjaardag van Van Manen.
Van Manen was ook van grote betekenis voor de dans in Nederland doordat hij talent ontdekte en tot ontwikkeling bracht. Hij wilde de schoonheid van het lichaam laten zien en daarbij vergde hij het uiterste van zijn dansers. Ook als de passen goed waren, maar de uitstraling hem niet beviel, kon hij schreeuwen, juist tegen zijn favorieten, die hij geregeld tot huilbuien bracht.
Naast de danswereld hield Van Manen zich ook intensief bezig met fotografie. Hij fotografeerde met name het menselijk lichaam. Vaak naakt. Ook maakte hij veel foto's van zijn dansers. In 1979 had hij zijn eerste expositie in een galerie in Amsterdam. Zijn eerste fotoboek, Portrait, verscheen in 1986. Hij kreeg veel waardering voor zijn werk, maar hield er begin jaren 90 toch mee op.
"Op een gegeven moment werd het zó succesvol, ik had zo veel tentoonstellingen, dat kon ik niet meer aan. Ik had twee of drie fotosessies per week en stond elke nacht tot drie, vier uur in de donkere kamer. Overdag deed ik hetzelfde als nu. Dat ging gewoon niet meer en daarom ben ik er van de ene op de andere dag mee opgehouden", zei hij daarover in Het Parool.
In 2018 kreeg de choreograaf de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap van de Huisorde van Oranje. De medaille werd hem op Paleis Noordeinde omgehangen door koning Willem-Alexander, in aanwezigheid van koningin Máxima en prinses Beatrix, die met Van Manen bevriend is.
Eerder was hij in Nederland al benoemd tot Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw en ontving hij de Erasmusprijs. In Frankrijk werd Van Manen in 2017 jaar benoemd tot Commandeur des Arts et des Lettres, de hoogste Franse onderscheiding voor podiumkunsten.
Van Manen hield het tot op hoge leeftijd vol. Hij bleef fit, niet door te sporten, want dat deed hij nooit, maar door zijn krachten te sparen. Hij zei dat hij de auto nog nam om naar de bakker op de hoek te gaan en in Amsterdam-Zuid een appartement met een lift had gekocht omdat hij geen trappen wilde lopen. Ook in de balletzaal bewoog hij weinig en gaf hij vooral aanwijzingen.
Tegelijk was hij gedisciplineerd met eten en drinken. "Ik sta altijd voor dansers en die zijn zo gedisciplineerd. Ze zien er adembenemend uit en dus wil ik niet dik en volgevreten voor ze staan", zei hij erover. Het bleek een recept om het lang vol te houden.