Bericht uit Khartoem, waar terugkerende Sudanezen hun leven weer opbouwen
Het geweld in het Afrikaanse land Sudan escaleert. Tegelijkertijd proberen Sudanezen hun leven weer op te bouwen in de hoofdstad Khartoem, daar waar de ellende jaren geleden begon.
Mona Ahmed kijkt uit het raam van een taxibusje. Eindelijk is de lerares weer thuis in haar stad, die ze achterliet omdat de gevechten haar buurt bereikten. Ze voelt blijdschap en verdriet. Verdriet omdat haar stad zwaar beschadigd is. Blijdschap omdat ze eindelijk haar thuis weer terug gaat zien.
Kapotgeschoten stadJarenlang verbleef ze in een vluchtelingenkamp elders in het land. Nu heeft de overheid haar gevraagd om weer terug te keren. Ze rijdt langs een speelterrein dat zwaar beschoten is en wijst naar een winkel in puin. "Daar speelden mijn kinderen vroeger en daar kocht ik graag jurken."
Khartoem is niet langer de mooie stad vol allure. Want ooit had deze hoofdstad aan de Nijl een indrukwekkende skyline, internationale hotels, cafés aan het water en de oudste universiteit van het land.
Maar als je nu de brug over de Nijl over rijdt naar het stadshart, is bijna ieder gebouw beschadigd. Ramen zijn eruit geblazen. Muren zwartgeblakerd en overal zie je kogelgaten.
In Khartoem is de afgelopen jaren zwaar gevochten tussen de paramilitairen van de RSF en het regeringsleger SAF. De twee generaals van die strijdgroepen grepen eerst samen de macht in Sudan, maar kregen daarna ruzie. De oorlog kwam onverwachts voor veel Sudanezen in Khartoem, een stad die nooit eerder conflict kende.
Verkrachtingen en executiesKhartoem is nu een stad vol trauma, verlies en verdriet. De burgers werden hier de afgelopen jaren niet gespaard. Ze leefden jarenlang onder bombardementen en beschietingen van beide kampen. En vooral in de delen van de stad waar de RSF het voor het zeggen had, zijn veel vrouwen verkracht en mannen geëxecuteerd.
Lerares Mona vertrok nadat haar wijk in handen was gekomen van de paramilitairen van de RSF. "Ik dacht dat de oorlog weer snel voorbij zou zijn", vertelt ze. "Dat het misschien een week zou duren, maar het werden jaren."
Sinds dit voorjaar is Khartoem in handen van het regeringsleger en is de frontlinie honderden kilometers verderop. Langzaam wordt geprobeerd de stad weer op te bouwen en veilig te krijgen.
Met een metaaldetector loopt een man van de explosievendienst van de VN over een grasveld. "Dit is een plek waar mensen vroeger kwamen picknicken", wijst woordvoerder Mohammed Awad. "Nu is het hier heel gevaarlijk, we vinden veel niet-ontplofte explosieven. Het probleem is dat we niet weten waar ze liggen. Pas als iemand erop stapt, weten we waar we aan de slag moeten."
De detector loeit en de ontmijner gaat op zijn knieën. Hij prikt met een metalen stokje in de aarde voor hem. Het is een levensgevaarlijke en tijdrovende methode. Zo proberen ze centimeter voor centimeter van deze miljoenenstad weer veilig te krijgen. Het is onbegonnen werk.
PlunderingenDat gevoel heeft ook de 29-jarige winkelier Mohammed Osman. Hij veegt de stoep voor zijn winkel schoon. Er ligt veel puin op straat. De milities van de RSF vochten niet alleen, maar gingen ook op rooftocht. Geld uit de banken werd gejat, goud en kunstvoorwerpen uit het Nationaal Museum zijn weg en veel Sudanezen zijn hun auto kwijt. Tijdens het plunderen lieten ze een gigantische troep achter.
Ook Osmans kleine supermarkt is totaal gestript. Zelfs zijn ventilator is van de muur gerukt. "Ik weet niet waar ik moet beginnen", verzucht hij. "Kijk naar deze ravage. En er is hier niemand. Ook mijn vrienden, andere winkeliers, zijn weg. Velen zijn dood." Hij is nu een van de weinigen in de verlaten straten. "Voor wie ruim ik op? Mijn winkel kan niet open. Er is hier niemand."
Vooral de betere wijken zijn nog zo goed als leeg. De rijkere stedelingen zijn naar het buitenland gevlucht, onder meer naar Egypte en Saudi-Arabië. Ze willen en hoeven niet terug naar een land dat nog steeds in oorlog is, naar buurten met een gebrek aan water, elektriciteit en medische zorg.
Toch wonen er ook weer miljoenen mensen in Khartoem. Voor een deel gaat het om Sudanezen zoals lerares Mona, die teruggekomen. Voor een ander deel gaat het om achterblijvers, die geen geld hadden om te vluchten of te oud waren om te vertrekken.
Ziekenhuis bleef openDaarom was het ziekenhuis van arts Jamal Mohamed de afgelopen jaren nooit leeg, maar juist vol, vertelt hij. Mohamed is een van de Sudanezen die besloten om niet te vertrekken, maar juist te blijven deze oorlog. Hij hield een van de ziekenhuizen van de stad draaiende.
In het ziekenhuis blijft het druk, onder meer met kinderen met afgeblazen ledematen omdat ze niet-ontplofte explosieven tegenkwamen. Een tiener ligt te kermen in een bed. Zijn hand is eraf. In het bed naast hem ligt zijn vriend wiens zijkant van zijn gezicht is verdwenen na een explosie.
Mona komt ondertussen thuis waar een hartsvriendin op haar wacht. Ze vallen elkaar in de armen. Het is een emotioneel weerzien. Eenmaal binnen kijkt ze wat de milities niet uit haar huis hebben gestolen. Ze vindt in een lade een paar oude schoenen terug, vol lagen stof. Haar vreugde is groot. De afgelopen jaren had ze maar twee jurken om te dragen.
Maar echt verder kan de lerares en haar stad Khartoem pas als de gevechten ophouden, zegt Mona. "Ik hoop dat de wereld naar ons luistert en dat de oorlog stopt."