Ook met hoge boetes krijgt Amsterdam het afvalmonster er niet onder
Amsterdam wil heel graag een schone stad zijn, maar lijkt alleen maar viezer te worden. Ondanks de aanstelling van tientallen toezichthouders die soms hoge boetes uitdelen, stapelt de troep zich op.
"Veel mensen denken: dit ene zakje maakt niet het verschil, maar als je even niet oplet staat er binnen de kortste keren een hele inboedel naast", zegt een toezichthouder bij AT5.
Afval trekt afval aan, stelt gedragswetenschapper Kees Keizer. "Het is een veelkoppig monster", zegt hij. "We zien zelfs dat mensen bij het zien van rommel sneller geneigd zijn andere regels te overtreden."
Met 14 miljoen bezoekers per jaar, 930.000 inwoners en een historische binnenstad vol smalle straten is het schoonhouden van Amsterdam geen makkelijke opgave, zo weet iedereen. Maar dan nog lijkt de stad de greep op het afvalmonster kwijt te raken.
Een goed, of eerder slecht voorbeeld is de Tweede van Swindenstraat in Amsterdam-Oost. De straat ligt vol plastic flesjes, luiers en rottend fruit. Vuilniszakken worden opengescheurd door statiegeldzoekers. Soms duurt het dagen of zelfs weken voordat de troep wordt opgeruimd.
Zeer viesDe situatie in die straat is niet uniek. Veel Amsterdammers noemen hun buurt "zeer vies". Vorig jaar waren er bijna 160.000 meldingen van bewoners over grof afval en vervuilde containerlocaties. Waar er in 2023 nog 14 meldingen per 100 inwoners werden gedaan, steeg dat vorig jaar naar 17 per 100 inwoners.
Uit een gemeentelijke peiling blijkt dat alleen het woningtekort meer frustratie oproept bij Amsterdammers.
Vaak wordt gewezen naar de drukte in de stad als oorzaak van het groeiende afvalprobleem. Maar er speelt meer. Zo kampt Stadsreiniging Amsterdam intern met grote problemen. Medewerkers spreken van een angstcultuur, zo meldde AT5 onlangs. Klachten over werkdruk, kapotte voertuigen en onveilige situaties zouden vaak worden genegeerd door leidinggevenden. Gevolg is dat het ziekteverzuim relatief hoog is en een aantal voertuigen onbruikbaar is.
Bovendien moeten medewerkers van de dienst sinds enkele jaren verplicht door de hele stad werken in plaats van in een eigen vaste wijk. Dat gaat ten koste van hun gevoel van veiligheid en trots, zeggen zij zelf.
Team BijplaatsingenOm een eind te maken aan de hoeveelheid troep die naast de container wordt geplaatst, is in 2020 het Team Aanpak Bijplaatsingen begonnen. Toezichthouders zoeken naar herleidbare informatie op achtergelaten dozen en in afvalzakken. Wordt die informatie gevonden, dan krijgt degene die het afval verkeerd heeft aangeboden een waarschuwing of een boete. Voor particulieren kan het gaan om een boete van 110 euro. Bij bedrijven loopt het bedrag op tot 550 euro.
Het team begon met 14 toezichthouders. Inmiddels zijn dat er 53. Vorig jaar werden ruim 11.000 boetes uitgedeeld, dit jaar tot en met oktober bijna 9000. Maar het merkbare effect op straat is nihil.
"Het is in Amsterdam puur een mentaliteitskwestie", zegt een van de toezichthouders terwijl hij op de troep naast een afvalcontainer wijst. "Er is nog plek genoeg in deze container. Waarom maak je het karton niet klein en duw je het er dan in?"
"Ik kom uit Rotterdam en daar speelt dit probleem niet zo erg als hier", stelt een collega-toezichthouder. "Amsterdam spant echt de kroon." Verbijsterd constateren de toezichthouders dat veel Amsterdammers uit angst voor een boete herleidbare informatie uit hun afval weghalen en adresetiketten van dozen wegsnijden.
Andere maatregelen"Beboeten kan onderdeel van de oplossing zijn, maar dan moet het wel samengaan met andere maatregelen", reageert gedragswetenschapper Kees Keizer van de Rijksuniversiteit Groningen.
Hij vindt vooral dat de gemeente ervoor moet zorgen dat inwoners hun afval makkelijk kwijt kunnen. "In Amsterdam is de leefruimte kleiner dan in veel andere gemeenten. Mensen gaan hun afval echt niet dagenlang in huis bewaren", zegt hij. "Het is dus niet heel vreemd dat sommige inwoners hun afval niet weer mee naar binnen nemen wanneer een container vol blijkt."
Ook moet de gemeente zorgen dat het er netjes uitziet rondom containers. "Je moet eigenlijk uitstralen: iedereen ruimt zijn rommel op en als gemeente zetten we daar vol op in", zegt Keizer. Nu wordt er veel in de vroege ochtend schoongemaakt, wanneer het rustig is en bijna niemand het ziet. "Je kunt reinigers beter op drukke momenten inzetten, dat heeft veel meer effect."