Kou, hitte, stormen of duisterluwte: KNMI verkent weersextremen die ons kunnen raken
Een ongekende hittegolf, een tropische storm die afzwaait naar Nederland of extreem lage waterstanden in de Rijn. In een nieuw rapport schetst het KNMI hoe weersextremen ons land kunnen raken. En wat daarvan de gevolgen zouden zijn.
De risico's zijn niet onbekend maar het rapport zoekt de randen op van wat voorstelbaar is in Nederland. "Het moet prikkelen om ons beter voor te bereiden op crisissituaties", zegt Maarten van Aalst, hoofddirecteur van het KNMI. Zolang het KNMI statistieken bijhoudt zijn de extremen, zoals ze in het rapport beschreven staan, niet in werkelijkheid voorgevallen.
Het rapport moet ertoe leiden dat ons land beter voorbereid raakt. Allereerst wil het KNMI graag in gesprek met organisaties als waterschappen en veiligheidsregio's die met zulke weersextremen te maken zouden krijgen. Gasunie, Rijkswaterstaat en netbeheerder Tennet werkten al mee.
De scenario's uit Een extreem rapport van het KNMI- Zeer zware hittegolf
- Nauwelijks wind- en zonnestroom door grauw, windstil weer (dunkelflaute of duisterluwte)
- Westnijlvirus verspreidt zich in Nederland
- Extreem lage waterstanden in de Rijn
- Grootschalige natuurbrand
- Wekenlange koudegolf
- Ongekend zware regenval
- Tropische storm zwaait af richting Nederland
- Zware orkaan treft Bonaire, Saba of Sint Eustatius
Om de scenario's te schetsen, begonnen de onderzoekers meestal met recente extremen. Die situaties stopten ze met kleine variaties in een weermodel. Computers rekenden vervolgens tientallen keren uit wat ook had kunnen gebeuren. Elk van die opties is in principe even waarschijnlijk. In sommige hiervan waren die weersomstandigheden nog heviger dan in werkelijkheid.
Een van de scenario's gaat uit van de hittegolf die Nederland trof in juli 2018. Daar kwam na enkele dagen een einde aan door de komst van koele lucht en regen. De weermodellen lieten zien dat die verkoeling Nederland ook had kunnen missen. In dat geval was de hittegolf nog vijf dagen langer doorgegaan, en zou ongekend intens zijn geweest.
Het rapport keek ook naar de afgezwaaide tropische storm Kirk die in 2024 over Spanje en Frankrijk trok. De weermodellen lieten zien dat de storm ook de Noordzee had kunnen bereiken. In dit scenario zwol de storm daar aan, waarna hij urenlang over Nederland trok met windsnelheden tot wel 180 kilometer per uur. Dit had volgens berekeningen van de Vrije Universiteit tot wel 2,7 miljard euro schade aan gebouwen kunnen leiden.
Nu al in gesprekMet dit rapport vol concrete voorbeelden van potentiële extremen hoopt het KNMI dat het makkelijker wordt te praten over hoe we ons moeten voorbereiden. Het KNMI kan dan waarschuwen op een manier waarop waterschappen en andere organisaties er ook echt wat mee kunnen.
Wanneer het KNMI een extreem ziet aankomen is de kans vaak beperkt dat het werkelijk gebeurt. Maar mocht het gebeuren, dan is de impact enorm. Organisaties moeten nu al bedenken hoe ze hiermee omgaan, zegt Van Aalst. "Wanneer wil je gewaarschuwd worden? Vanaf hoeveel procent kans dat iets extreems gebeurt? En hoelang van tevoren heb je nog handelingsperspectief?"
Niet wezenloos schrikkenHoewel het KNMI niet voor het eerst naar extreme scenario's kijkt, gebeurde dat niet eerder zo uitgebreid. Het rapport is niet bedoeld om gewone mensen die dit lezen zich wezenloos te laten schrikken. "Ik kan me voorstellen dat het dat effect heeft", zegt Van Aalst, "en voor een deel moeten we ons ook bewust zijn dat de risico's echt zijn toegenomen. Maar aan de andere kant zijn we als Nederland op veel risico's ook heel goed voorbereid. En het doel van dit rapport is dit nog wat op te plussen."
De opwarming van de planeet leidt ertoe dat de kans op sommige weersextremen groeit, zoals hittegolven. "Klimaatverandering is hier en nu", zegt Van Aalst. En het rapport moet duidelijk maken dat extremen nu al vaker voorkomen, wat bijvoorbeeld bij hittegolven heel duidelijk is.
Soms is het verband juist andersom. Door de energietransitie wekt Nederland een steeds groter deel van zijn stroom op met windturbines en zonnepanelen. Waar winterse periodes zonder wind en zon vroeger ongemerkt voorbij gingen, zoals in de winter eind 1997, kan dat in de toekomst leiden tot een tekort aan stroom.