Wat de formatie ook oplevert, voor de grote vraagstukken moet elk kabinet niet alleen in de Tweede, maar ook in de Eerste Kamer brede steun zoeken.
Getalsmatig is het al heel lastig om een kabinet met een meerderheid in de Tweede Kamer te formeren. Niet alleen zijn daarvoor minstens vier partijen nodig, ook werpen verschillende partijen blokkades op, zoals de VVD tegen zowel GroenLinks-PvdA als de PVV.
Voor de grote vraagstukken moet het kabinet bovendien ook in de Eerste Kamer brede steun zoeken. En die bestaat vanaf vandaag uit een recordaantal van negentien fracties.
Opvolger Annabel Nanninga in senaat vormt negentiende fractie
Het aantal fracties in de Eerste Kamer stijgt vandaag tot negentien door de overstap van JA21-senator Annabel Nanninga naar de Tweede Kamer. Haar opvolger in de Eerste Kamer is Toine Beukering, maar die is geen JA21-lid meer.
Deze maand viel ook de senaatsfractie van de Partij voor de Dieren uit elkaar. Sinds vorige week vormt Ingrid Visseren-Hamakers een zelfstandige fractie.
Eerder splitsten drie leden van de aanvankelijk zestienkoppige BBB-fractie zich af: één senator vertrok naar D66, één naar de FvD en één (Pim Walenkamp) ging op eigen titel verder. Bij de VVD splitste vorige maand Cees van de Sanden zich af.
Nieuwe verkiezingen voor provinciale staten en de Eerste Kamer staan pas in het voorjaar van 2027 op stapel, dus de komende anderhalf jaar telt de Eerste Kamer negentien fracties.
Voor verkenner Koolmees was dat een extra argument om D66 en CDA te adviseren vanuit het midden te beginnen en dan "breder te bouwen".
Het grote aantal fracties in de Eerste Kamer hoeft niet ineens een probleem te zijn, zeggen politicologen en historici.
"Het lijkt wel of mensen nu pas ontdekken dat de macht van de Eerste Kamer groot is", zegt hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak, maar dat is volgens hem zeker al een jaar of vijftien zichtbaar.
"Het grootste probleem zit hem niet per se in de afsplitsers van de laatste tijd", zegt hoogleraar politicologie Tom van der Meer. "Die stemmen op grote thema's toch nog wel vaak als voorheen."
"De ironie wil misschien ook dat hoe meer fracties er zijn, hoe meer opties de onderhandelaars hebben", zegt universitair hoofddocent politiek Simon Otjes.
Soepelheid van de premier
De grootste uitdaging is volgens Otjes, Van den Braak en Van der Meer het grote verschil tussen de verhoudingen in de beide Kamers. In de jaren 80, toen drie of vier partijen het overgrote deel van de zetels hadden, liep dat veel meer gelijk op. Sinds 2010 zien ze dat het politieke landschap sneller verandert, en door grote winsten van FVD, BBB, en PVV lopen de samenstellingen van beide Kamers meer uiteen.
De Eerste Kamer lijkt met negentien fracties meer versplinterd, maar het was al langer een kunst om daar tot overeenstemming te komen, zien de politicologen. De kabinetten-Rutte hadden ook geen meerderheid in de senaat. Toch werden de meeste wetten en begrotingen er zonder al te grote problemen aangenomen. De "souplesse" van de premier kwam daarbij van pas, en het voortdurend met partijen in contact staan.
Zo zou het met het komende kabinet opnieuw kunnen gaan. Voorwaarde is wel dat partijen er in de formatie in slagen met een goede agenda en duidelijke plannen te komen.
'Minderheidskabinet nu ook op tafel'
Een minderheidskabinet vanuit het midden wordt door de wetenschappers als goede optie genoemd. Partijen kunnen op onderwerpen wisselend steunen. Zo zou het voor stikstof en klimaat over links kunnen gaan en voor asiel over rechts.
Van der Meer hoopt dat de formerende partijen niet tot het laatst met zo'n optie wachten, als verhoudingen al enigszins verzuurd zouden kunnen zijn. Hij is positief over zo'n variant omdat "links en rechts" naar zijn zeggen op die manier "worden meegenomen in de bestuurlijke verantwoordelijkheid".
Voor wie denkt dat de rol van de Eerste Kamer de afgelopen jaren op de achtergrond was geraakt: dat is volgens de wetenschappers een vertekend beeld. Doordat de laatste twee kabinetten snel vielen, bereikten in die periode maar een gering aantal wetsvoorstellen de senaat.
Waar partijen benadrukken dat er een stabiel en krachtdadig kabinet moet komen, is een goede samenwerking met de fracties in de Eerste Kamer volgens de wetenschappers juist van groot belang.
Met die Ruttiaanse lenigheid en soepelheid zit het bij premier in spe Jetten waarschijnlijk wel goed, denkt Otjes. Maar Jetten moet niet denken dat het na deze formatiemaanden klaar is met onderhandelen en koffiedrinken. "Jetten zal permanent in gesprek moeten blijven."