Leesvaardigheid op deel vmbo en in praktijkonderwijs ondermaats, inspectie wil actie
Lang niet alle leerlingen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs hebben het leesniveau om goed te kunnen doorleren. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in de eerste nationale peiling van de leesvaardigheid van leerlingen in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (vso).
In de tweede klas van havo en vwo en de tweede klas van het vso is het leesniveau van leerlingen op niveau, maar "op het vmbo basis- en kader-niveau (b/k) en op het praktijkonderwijs zien de resultaten er niet goed uit".
Matthijs van den Berg, directeur Kennis en Informatiebeleid van de inspectie, maakt zich grote zorgen. "Eigenlijk heeft een groot deel van het vmbo halverwege hun opleiding nog onvoldoende leesniveau", vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal.
"Het is voor het eerst dat er nu ook een nationaal beeld is van de leesvaardigheid op middelbare scholen. We moeten niet vergeten dat dit een grote groep is. De helft van alle leerlingen gaat naar het vmbo, daar weer de helft van zit op die beroepsgerichte leerweg."
Leesniveaus worden in Nederland gemeten aan de hand van fundamentele niveaus en streefniveaus. Niveau 1F is het fundamentele leesniveau, niveau 2F is nodig om zelfstandig maatschappelijk te kunnen functioneren en om mee te komen op de middelbare school. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste tweedejaars leerlingen van het praktijkonderwijs en het vmbo-b/k niveau 1F nog niet hebben bereikt.
In Nederland volgt ongeveer een kwart van alle middelbare scholieren het praktijkonderwijs of vmbo basis- of kader-niveau. "Van de meerderheid van deze groep Nederlandse leerlingen is de leesvaardigheid dus niet goed genoeg. Dit vraagt om een verbeterde aanpak", schrijft de inspectie.
Van den Berg: "Twee derde van de leerlingen van het basis- en kaderniveau leest nog niet op het meest fundamentele niveau. Als je dat niet hebt, is het niet alleen lastig voor je vervolgopleiding. Het is het niveau dat je überhaupt nodig hebt in de maatschappij."
Als voorbeelden noemt Van den Berg het begrijpen van een brief van de overheid, het lezen van een bijsluiter van medicatie of een vacaturetekst begrijpen. "Over dat basale niveau hebben we het, een grote groep jongeren komt daar nog niet aan."
In de tweede klas havo/vwo en vso lezen de meeste leerlingen op of boven 2F-niveau, blijkt uit het onderzoek. Een meerderheid van de vmbo-g/t-leerlingen ('gemengd' en 'theoretisch') in de tweede klas leest op of boven 1F-niveau, blijkt uit de peiling. Deze niveaus passen volgens de inspectie bij het leerjaar.
De inspectie waarschuwde de laatste jaren al meermaals voor het verslechteren van de basisvaardigheden. Het internationale trendonderzoek PISA (Programme for International Student Assessment) concludeerde vorig jaar dat Nederlandse scholieren van 15 jaar slecht scoren op het gebied van lezen. Het niveau ging in een paar jaar tijd snel achteruit, zo bleek.
Boeken lezen op schoolDe inspectie oppert een aantal "aanknopingspunten" om het leesniveau te verbeteren. Daarvoor kregen ze advies van een groep experts. Leerlingen moeten veel lezen, dus het lezen van boeken op school wordt aangeraden. "Leeskilometers maken", noemt de directeur van de Inspectie het. "Het ontbreekt nu aan leesmotivatie en leesplezier. Dat moeten we verbeteren."
Minder voor de hand liggend is het advies om meer aandacht te besteden aan leesvaardigheid bij andere vakken. Docenten Nederlands en die van andere vakken moeten vaker samen optrekken om dat te realiseren, is de suggestie.
Op de lerarenopleiding moet "diepere aandacht" voor leesvaardigheid komen, vindt de inspectie. Het verplicht lezen van jeugdliteratuur zou daar onderdeel van moeten zijn.