Een trip door de muziekgeschiedenis in 5 minuten en 55 seconden. Dat is misschien wel de meest accurate omschrijving van het bekendste nummer van rockband Queen: Bohemian Rhapsody. Vandaag viert het zijn 50-jarige bestaan, maar het uitbrengen van de plaat ging niet zonder slag of stoot.
Kijkers van de gelijknamige biografische film Bohemian Rhapsody uit 2018 zouden kunnen denken dat de platenbaas van Queen het nummer verschrikkelijk vond en daarom niet als single wilde uitbrengen. Maar de historische werkelijkheid is net wat anders. Het platenlabel was wel degelijk enthousiast, maar zag een probleem in de lengte.
Radiozenders draaiden doorgaans geen nummers die langer dan 3 minuten waren. Maar leadzanger Freddie Mercury, de schrijver van Bohemian Rhapsody, liet het er niet bij zitten. Hij trok met zijn singletje naar de bevriende en invloedrijke dj Kenny Everett, die het nummer veertien keer in een weekend op de radio draaide.
Die scène kon niet ontbreken in de film:
De critici waren niet meteen enthousiast, maar het grote publiek des te meer. Bohemian Rhapsody schoot eind 1975 naar nummer 1 in de Britse hitlijsten, waar het negen weken bovenaan bleef staan. In januari 1976 bereikte het ook in Nederland de hoogste positie in de Top 40.
Nu, vijftig jaar later, is Bohemian Rhapsody niet meer weg te denken. Er zijn talloze parodieën van gemaakt, de Amerikaanse rockband Green Day luidt elk optreden steevast in met het nummer als meezinger en geen Oudjaarsavond is compleet zonder Queen als afsluiter in de Top 2000 op NPO Radio 2.
Maar om het nummer écht te begrijpen, moet je wel wat moeite doen, weet Queen-liefhebber en muziekjournalist Jean-Paul Heck. Hij was 9 jaar toen de single en de iconische videoclip werden uitgebracht.
"Ik vond vooral die clip met die vier hoofden fascinerend. Maar van de muziek begreep ik eigenlijk heel weinig. Het zijn ook drie verschillende stukken aan elkaar geplakt, dus voor mij was daar toen weinig chocola van te maken. Pas later besefte ik hoe briljant het eigenlijk was."
Het grote succes is onder meer te verklaren door de diversiteit in stijlen, weet Rens de Hond, gitarist en zanger bij de Queen-tributeband Miracle. "Het was heel ongewoon om een nummer van bijna zes minuten op de radio te hebben, dat ook nog eens geen refrein heeft. Het is onconventioneel opgebouwd, heel atypisch."
Bohemian Rhapsody gaat van a capella ("Is this the real life?") naar een ballade-achtig stuk ("Mama, just killed a man"), om met de snerpende gitaarsolo van Brian May de luisteraar plotseling in een operazaal neer te zetten ("Galileo, Galileo"). Met een ode aan de hardrock komt het nummer tot een climax, om vervolgens weer terug te keren bij zachte pianotonen ("Nothing really matters to me").
'Nog nooit zo hard gelachen'
Met name het 'bezoekje' aan de opera is een stuk dat altijd gretig wordt meegezongen. "Er zijn allerlei lezingen over waar dat stuk over zou gaan", zegt Heck. Hij sprak er uitgebreid over met gitarist May en drummer Roger Taylor.
"Voor hen was het eigenlijk gewoon een grap toen ze in de studio zaten om al die koortjes op te nemen. Ze zeiden dat ze nog nooit zo hard hadden gelachen bij een opname. Het werd op een gegeven moment een soort gimmick, zo van: laten we er nog eens tien koortjes overheen gooien."
Later werd gespeculeerd dat het operastuk iets te maken had met het uit de kast komen van Freddie Mercury. "Maar ik geloof dat niet zo", zegt Heck. "Freddie was vooral altijd van de juiste woorden zoeken bij een liedje. Het moest gewoon lekker klinken. Ik denk eerlijk gezegd dat dat het is."
Voor tributebands is Bohemian Rhapsody nog altijd het hoogtepunt van de avond, zegt De Hond. "Je kunt er niet omheen. Wij proberen hem zelf zo lang mogelijk uit te stellen. Meestal spelen we 'm als allerlaatste. En voor mij als gitarist is het sowieso leuk, want er zit een meeslepende solo in en een hardrockgedeelte, dus ik kan helemaal losgaan."
Heck, die achter de drums zit in zijn eigen tributeband, Crazy Little Things, herkent dat. "We worden afgemaakt als we hem niet doen. En weet je: ik kan het nummer eigenlijk niet meer horen, maar het blijft een feest om het te spelen."