Scholen onderschatten meisjes in adviezen: te vaak naar vmbo, te weinig naar vwo
Meiden krijgen vaker een te laag schooladvies dan jongens. Uit onderzoek van het agentschap DUO van het ministerie van Onderwijs blijkt dat ze allebei even goed scoren op de eindtoets, maar toch uitstromen naar andere richtingen in het voortgezet onderwijs. Ze blijken die valse start in leerjaar drie vaak zelf te hebben goedgemaakt, terwijl jongens in dat jaar juist vaker lager terecht zijn gekomen dan hun onderwijzer verwachtte.
Het DUO-onderzoek keek naar drie ijkmomenten voor leerlingen in het laatste schooljaar: het voorlopig advies dat een leraar opstelt, de prestaties op de eindtoets en het definitieve advies dat de leraar nog kan aanpassen naar aanleiding van dat toetsresultaat. Daarnaast werd gekeken of die adviezen overeenkomen met de daadwerkelijke schoolkeuze van de kinderen in het derde jaar.
Het blijkt dat jongens en meiden ongeveer gelijk scoren op de eindtoets, maar leraren meiden gemiddeld genomen lager inschatten. Het blijkt dat leraren ook bijna nooit hun voorlopige advies corrigeerden, hoewel de eindscore leidend moet zijn voor het definitieve advies.
Kloof groeitDe kloof is ook de afgelopen jaren toegenomen: in het schooljaar dat eindigde in 2018 gingen evenveel jongens als meiden naar de havo of het vwo, zes jaar later is er 3 procent verschil. Dat betekent dat circa 2500 meiden dat jaar een lager advies ontvingen.
In elk van de onderzochte jaren bleken er meer jongens een vwo-advies te hebben gekregen dan meiden, terwijl die vaker dan jongens de eindtoets op vwo-niveau afsloten.
De kinderen blijken in de loop van het voortgezet onderwijs alsnog op de juiste plek terecht te komen. In jaar drie zitten er in de havo en het vwo meer meiden dan jongens, terwijl jongens dan vaker terecht zijn gekomen in het praktische onderwijs. Precies het omgekeerde beeld van hun schooladvies dus.
Geen verbetering te zienEr is niet onderzocht wat de oorzaak is van de discrepantie, maar het DUO-rapport geeft wel enkele hypotheses. Zo zou de intelligentie van meiden minder snel worden erkend door ouders en docenten, treden jongens vaker op de voorgrond en werkt de nadruk op rekenen ten koste van taal in het nadeel van meiden.
De puberteit die bij meisjes eerder begint speelt volgens socioloog Sara Geven ook mogelijke een rol. "Bij het schooladvies kijken ze niet alleen naar de toetsresultaten, maar ook naar andere kenmerken. Meisjes zitten vaak eerder in de puberteit. Het gedrag dat daarbij hoort, kan hen in de weg staan."
DUO wijst erop dat scholen sinds schooljaar 2023/2024 verplicht zijn het voorlopige schooladvies te heroverwegen als de eindtoets een beter resultaat laat zien. Hoewel het nog te vroeg is om daarover definitieve conclusies te trekken, lijken scholen volgens DUO desalniettemin er "niet noemenswaardig voor te kiezen" meisjes een beter advies te geven.