Campagne moet groepsdruk bij jonge mannen op platteland bespreekbaar maken
Hoe hoor je je als man te gedragen? Voor veel jonge jongens is dit een vraagstuk waar ze in de puberteit antwoord op proberen te vinden. Volgens onderzoekers speelt groepsdruk daarin vaak een grote rol.
Omdat dat schadelijk kan zijn, komen onder meer expertisecentrum seksualiteit Rutgers, Plattelandsjongeren Nederland en lhbti+-belangenvereniging COC met een campagne om die negatieve groepsdruk bespreekbaar te maken.
Want wat is dat man-zijn? "Werken, bier drinken", zegt een jongen uit de middelbare schoolklas in het Friese Koudum die door NOS Stories werd bezocht. "Gewoon stoer zijn, en voor jezelf moeten opkomen", zegt een meisje uit dezelfde klas.
Groepsdruk om te voldoen aan strikte mannelijkheidsnormen kan grote gevolgen hebben, zegt Rutgers-onderzoeker Javier Koole. "Het kan leiden tot eenzaamheid, overmatig drank- en drugsgebruik en depressies. Deze normen vergroten bovendien de kans dat jongens en mannen (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertonen."
'Moeilijk te doorbreken'De campagne 'Kleine !@#$% dingen worden grote !@#$% dingen' richt zich met name op plattelandsjongeren. "Bij jongeren buiten de grote steden is de druk om je te conformeren in het algemeen groter", zegt Koole. "Ze komen doorgaans minder in aanraking met mensen die niet voldoen aan de stereotype mannelijkheidsnorm." Volgens Koole zijn deze jongeren daarom vaker bang om buiten de boot te vallen en passen ze zich onder druk aan aan wat 'hoort'.
"Ik snap wel dat sommige mensen dan groepsdruk voelen, dat ze zich meer als een traditionele man moeten gedragen omdat het minder wordt geaccepteerd als je anders bent", zegt een leerling van de school uit Koudum.
"Zou je bijvoorbeeld durven huilen als je nu verdrietig bent?", vraagt de verslaggever aan een andere jongen. "Ja, bij Jelmer", zegt hij, verwijzend naar zijn goede vriend. "Maar in het algemeen niet. Dat vind ik best wel anders."
Een van hun klasgenoten voelt wel genoeg ruimte om 'anders' te zijn dan het stereotype man. "Ik geloof dat sommige mensen dat voelen, dat ze erbij moeten horen. Maar dat hoeft niet toch? Het is niet nodig."
Jongens op het platteland houden er doorgaans ook conservatievere gedachten op na, weet Koole. "De traditionele rolverdeling tussen man en vrouw is vaker de norm op het platteland, dus bijvoorbeeld dat de man kostwinner zou moeten zijn. Die mannelijkheidsnormen zijn moeilijk te doorbreken. We hopen dat deze campagne daarbij kan helpen."
ManosfeerJongeren groeien op met sociale media en influencers die soms conservatieve opvattingen hebben over hoe je je moet gedragen als man. Dat is onderdeel van de manosfeer: een online wereld van sites en accounts waar feminisme wordt gezien als bedreiging voor mannen.
Een boegbeeld van die manosfeer is influencer Andrew Tate. Deze zelfbenoemde vrouwenhater vindt onder meer dat 'echte mannen' de baas zijn over hun vrouw en dat je als man geen emoties mag tonen. Online zijn ook talloze andere influencers te vinden die in meer of mindere mate duidelijk maken dat afwijken van die 'machonorm' niet hoort.
"Jongens die de machonorm als voorbeeld hebben, kunnen geneigd zijn zich minder kwetsbaar op te stellen of minder snel hulp te zoeken", zegt Koole. De machonorm heeft ook invloed op schoolprestaties. "Ze worden sneller uit de klas gestuurd omdat ze bijvoorbeeld stoer willen doen, het is niet 'cool' om je best te doen op school. Dat kan grote gevolgen hebben voor later."
OnderzoekWelke invloed de manosfeer precies heeft op de denkbeelden van jongeren, is in Nederland nog niet onderzocht. Uit internationaal onderzoek blijkt wel dat die online content van invloed is op jongeren. "In Zweden is een groot onderzoek gedaan waaruit blijkt dat er een link is tussen het consumeren van manosfeercontent en vrouwenhaat", zegt Koole.
In Nederland begint onder meer Rutgers volgend jaar met zo'n onderzoek. "We willen met jongeren gaan praten over wat voor content ze kijken, waarom ze zich zo aangetrokken voelen tot die content en hoe dat hun leven beïnvloedt." De resultaten van het onderzoek worden in de tweede helft van 2026 verwacht.