Een van de grootste farmaceutische bedrijven ter wereld, Eli Lilly, investeert 2,6 miljard euro in Nederland. De Amerikaanse producent wil een geneesmiddelenfabriek gaan bouwen waar zo'n 500 mensen komen te werken.
In de fabriek worden geneesmiddelen gemaakt op het gebied van diabetes, obesitas, hart- en vaataandoeningen, oncologie, immunologie en neuroscience. "Miljarden pillen moeten hier worden gemaakt. Genoeg voor de hele wereld, dat is waar deze fabriek voor moet gaan dienen", zegt de topman van Eli Lilly Dave Ricks.
Een van de belangrijkste middelen die het bedrijf hier wil produceren is het populaire afvalmedicijn Mounjaro. Hiermee wil Eli Lilly het Deense Novo Nordisk beconcurreren.
Het is nog niet te zeggen of er Nederlandse werknemers of expats zullen gaan werken in de fabriek. "Het zijn echt specialistische arbeidsplaatsen waar onwijs veel hightech kennis bij komt kijken. Bovenal hebben we mensen nodig die de kennis en de capaciteiten hebben om op deze locatie te werken", vertelt de algemeen directeur van Lilly Nederland, Marco Frenken.
Eli Lilly heeft in Europa ook productielocaties in Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië en Spanje. Het bedrijf wil de fabriek bij het Leiden Bioscience Park bouwen. Het terrein valt onder de gemeente Katwijk. Voor die plek is gekozen vanwege de goede bereikbaarheid, met de Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol in de buurt. Verder zijn er ook veel hoogopgeleide arbeidskrachten aanwezig.
Ook speelt de aanwezigheid van het Europese medicijnagentschap (EMA) in Amsterdam een rol. "Ik denk dat het handig is voor de communicatie met de toezichthouder die verantwoordelijk is voor onze sector", vertelt Ricks.
Stikstof is geen probleem
Of de fabriek er daadwerkelijk komt, is nog niet volledig zeker. Nog een aantal vergunningen moeten worden afgegeven. "Dat gaat over water, stikstof, energie, bereikbaarheid. We moeten kunnen aantonen dat datgene dat we hier graag willen realiseren, dat dat ook kan", zegt wethouder Gerard Mostert van de gemeente Katwijk.
De topman van Eli Lilly maakt zich geen zorgen over de bouw van de fabriek. "Niets is 100 procent zeker, maar we hebben er vertrouwen in dat de vergunningsprocedure soepel zal verlopen. Zo is de grond bouwrijp gemaakt en hebben we veel vertrouwen in de bouwcapaciteit in de regio", aldus de topman.
Onvoorspelbaarheid en inconsistentie
Dit optimisme steekt schril af op het beeld dat oud-bestuursvoorzitter van ASML, Peter Wennink, eerder in het FD schetste. Hij onderzoekt in opdracht van het oude kabinet het vestigingsklimaat. Volgens hem moet er fors worden geïnvesteerd in de fysieke infrastructuur, energiecapaciteit en kennisinfrastructuur.
Dat negatieve sentiment wordt bevestigd in de internationale ranglijst van de World Competitiveness Ranking. Op die lijst is Nederland gezakt van plek vier naar plek tien sinds 2021. Ook de Monitor Ondernemingsklimaat 2024 van de Universiteit van Amsterdam bevestigt dat een op de vijf bedrijven overweegt om uit Nederland te vertrekken.
"Regeldruk, fiscale regels, de onvoorspelbaarheid van beleid zijn enkele redenen", somt hoogleraar strategie en innovatie Henk Volberda op. Hij werkte mee aan de monitor. "Met name bedrijven die veel energie verbruiken lijden onder het overspannen stroomnet en dure stroom, zoals de maakindustrie en chemie." Maar veel gaat ook goed, benadrukt Volberda. "Nederland heeft een prettig leefklimaat, een goede digitale infrastructuur en een hoog opgeleide beroepsbevolking."
Glas halfleeg
Max Velthoven, adviseur bij accountantskantoor EY was eerder best negatief over het ondernemersklimaat, maar noemt als positieve factor de samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. "Hierdoor is de innovatie op vrij hoog niveau, zoals in de kennisclusters Eindhoven voor high-tech, Wageningen voor agro-food, Utrecht voor life-sciences, Amsterdam voor ICT en Leiden voor biotechnologie."
In laatstgenoemde plaats zijn veel kennisprofessionals die medicijnen onderzoeken en ontwikkelen. "Het kan voor buitenlandse bedrijven interessant zijn om zich hier te vestigen omdat hier leveranciers en klanten zitten."
Barbara Baarsma, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdeconoom bij adviesbureau PWC, herkent bovengenoemde ontwikkelingen ook. "Vergelijk je het huidige Nederlandse ondernemingsklimaat met dat van tien jaar geleden, dan lijkt het glas eerder halfleeg. Toch staat Nederland internationaal nog steeds in de middenmoot, en juist dat internationale perspectief is waar buitenlandse bedrijven naar kijken."
Eli Lilly hoopt dat in 2030 de eerste medicijnen van de band rollen.