6 procent meer loon. Dat eist vakbond FNV voor het komende jaar bij nieuwe cao-onderhandelingen. Vandaag, traditioneel de dag voor Prinsjesdag, komt de grootste vakbond van Nederland met die nieuwe looneis.
Vorige week deed vakbond CNV dat al. Die bond gaat komend jaar 3,5 tot 5 procent eisen, waarbij ze laten meewegen hoe goed een sector of bedrijf er voor staat.
FNV wil ook dat het minimumloon verder stijgt en dat lonen in de toekomst sowieso meegroeien met de inflatie.
Meer dan inflatie
"Onze arbeidsvoorwaardenagenda en de looneis van 6 procent zijn stevig, maar de prijzen stijgen ook nog steeds en de arbeidsmarkt is krap", zegt Jacqie van Stigt, interim cao-coördinator bij de FNV, "Na jaren van stilstand is het hoog tijd dat mensen er daadwerkelijk op vooruit gaan."
De looneis van de vakbonden ligt, voor het vierde jaar op rij, dus een stuk boven de prijspeilstijgingen. In 2022, het jaar waarin Rusland Oekraïne binnenviel en de energierekening duurder werd, kon het loon de inflatie niet bijbenen, maar dat is inmiddels ingelopen. In de jaren daarna daalde de inflatie sterk. Het Centraal Planbureau verwacht dat komend jaar de inflatie verder zakt.
Die loonstijging zou voor veel Nederlanders ruim voldoende moeten zijn om de inflatie tegen te gaan, ook komend jaar, blijkt uit de gelekte Miljoenennota. Daarbij moet wel altijd gezegd worden dat het gaat om de gemiddelde stijging van de koopkracht. En in de koopkrachtcijfers wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat, bijvoorbeeld, scheiding of ontslag voor veel inkomensverlies kan zorgen.
CNV zegt dat de lonen inmiddels op peil zijn: "De inflatieschok na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is inmiddels verwerkt". Toch eist CNV meer dan de verwachte inflatie omdat de bond verwacht dat de bedrijven ook meer winst gaan maken. Daar moeten de werknemers meer van meeprofiteren, zegt CNV.
De hoge eisen hebben gewerkt. In 2023 en 2024 stegen de lonen hard, meer dan 6 procent. Zo'n stijging was sinds begin jaren 80 niet voorgekomen. Ook voor dit lopende jaar ziet het ernaar uit dat de lonen flink omhoog gaan. Wat meehelpt is dat er veel vacatures zijn, waardoor de werknemers eisen kunnen stellen.
Loonprijsspiraal
Het gevaar bestaat dat al dat extra geld via lonen zorgt voor nog hogere prijzen. Bedrijven rekenen dan hun hoge loonkosten weer door in hun producten, die daarmee weer duurder worden. Als hogere lonen zorgen voor meer inflatie, wordt gesproken van een loon-prijsspiraal.
Sinds de looneis wordt opgeschroefd, wordt er gewaarschuwd voor een loon-prijsspiraal. Toch lijkt daar niet echt sprake van. Vorig jaar concludeerde het CPB dat de prijzen wel de lonen hebben opgestuwd, maar andersom niet.
Ook De Nederlandsche Bank (DNB) ziet vooralsnog geen aanwijzing voor een loon-prijsspiraal. DNB waarschuwde wel meermaals voor een te sterke loonstijging, maar zegt dat ook andere kosten voor veel ondernemingen zijn gestegen. Veel bedrijven kunnen hogere arbeidskosten nog wel opvangen door wat in te teren op de winst, verwacht DNB.
Meer met minder mensen
Dat neemt niet weg dat werkgevers de hogere loonkosten wel moeten verwerken. Werkgeversnetwerk AWVN noemt de loonstijging "hardnekkig". Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW maakt zich zorgen. Met name het verhogen van het wettelijk minimumloon in de afgelopen jaren zou de andere salarissen omhoog geduwd hebben. FNV wil juist dat het minimumloon doorgroeit naar 18 euro per uur.
Daarnaast wijzen de werkgevers op het relatief hoge aantal faillissementen en de moeilijke omstandigheden waarin, bijvoorbeeld, de zware industrie zich bevindt. De industrie klaagt al langer over het vestigingsklimaat in Nederland. Naast hoge loonkosten hebben zij te maken met dure grondstoffen en hoge kosten voor energie.
Daar staat tegenover dat sommige economen juist een positief effect verwachten van hogere lonen voor de ontwikkeling van de economie. Ze wijzen de Nederlandse economie nu niet productief genoeg is: er zijn te veel mensen nodig, voor te weinig economische groei. Dat is waar politicus en voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi vorig jaar ook voor waarschuwde voor de gehele Europese economie.
Jarenlang groeide de lonen matig, waardoor het in Nederland aantrekkelijk is om veelal met goedkope, flexibele krachten te werken. Denk daarbij aan het werk in distributiecentra, schoonmaakbedrijven, beveiliging, horeca en detailhandel, vaak via uitzendbureaus. Dit zijn doorgaans sectoren met een lage productiviteit.
Hogere lonen kunnen bedrijven ertoe dwingen hun bedrijven te moderniseren, bijvoorbeeld door automatisering en robotisering.