Democratie in Oost-Afrikaanse landen onder druk, protest de kop ingedrukt
Regeringen in Kenia, Uganda en Tanzania snoeren critici op gewelddadige wijze de mond. Oppositieleiders, activisten en demonstranten worden opgepakt, zonder aanklacht opgesloten, gemarteld en soms zelfs vermoord.
"Leiders gedragen zich steeds autocratischer", zegt Mahad Kisuze van Lex Amica, een Ugandese organisatie die zich inzet voor democratie. "De methodes kijken ze af van andere autocratische leiders. Ze zien Poetin, maar kijken ook naar leiders van van oudsher democratische staten die steeds meer autoritaire trekken krijgen, zoals Trump of Netanyahu."
Het past in een wereldwijde trend. Volgens Freedom House neemt het aantal autoritaire regimes waarbij de macht grotendeels in handen is van één leider, al geruime tijd toe.
Al een jaar lang gaan vooral jonge Kenianen de straat op om te protesteren tegen belastingverhogingen, de economische situatie, corruptie en politiegeweld. Vorige week kwamen in Kenia tientallen mensen om bij antiregeringsprotesten. Honderden mensen werden gearresteerd. Volgens een lokale mensenrechtenorganisatie was de politie bewapend met machetes en speren, en werkte ze samen met bendes.
"De sfeer tijdens die protesten is gespannen en beangstigend", vertelt Nerima Wako, directeur van Siasa Place, een Keniaanse politieke jongerenorganisatie. "Mensen zijn ziedend, de politie schiet in het rond en overal ruikt het naar traangas. Maar hoe gevaarlijk ook, mensen blijven komen", zegt ze. "Velen zijn werkloos en wanhopig op zoek naar verbetering. Het voelt alsof ze niets te verliezen hebben."
De Keniaanse president Ruto noemt de demonstranten "terroristen die in oorlog zijn met de staat". "Dood hoeven ze niet, maar de politie kan ze in hun benen schieten", zei hij in een speech. Volgens Wako geeft Ruto de politie hiermee groen licht om de protesten met geweld neer te slaan.
LandverraadOok in de buurlanden Tanzania en Uganda is veel onrust, vooral onder jongeren. In Uganda, waar volgend jaar verkiezingen zijn, is de 80-jarige president Museveni genomineerd voor een zevende termijn. Hij is al veertig jaar aan de macht.
Al decennialang snoert hij critici de mond en is er nauwelijks ruimte voor oppositie. Zo verdween in mei de bodyguard van oppositieleider Bobi Wine. Hij bleek te zijn opgepakt en gemarteld in gevangenschap. Een andere oppositieleider, Kizza Besigye, zit sinds november vast. Hij kan de doodstraf krijgen wegens landverraad en het in gevaar brengen van de nationale veiligheid.
In Tanzania, waar in oktober verkiezingen zijn, werd in april Tundu Lissu, de belangrijkste oppositieleider, opgepakt. Ook hij wordt verdacht van landverraad, omdat hij pleitte voor hervorming van het kiesstelsel. Volgens de Verenigde Naties is er in het land sprake van "een patroon van verdwijningen en marteling om critici het zwijgen op te leggen".
Burgers snakken ook in Uganda en Tanzania naar verandering, maar grote protesten blijven daar uit. "Het risico dat je wordt opgepakt, gemarteld wordt of zomaar verdwijnt is te groot", vertelt Kisuze. "Mensen zijn bang, vaak zijn er meer agenten en militairen dan demonstranten. Dat is heel intimiderend."
Volgens Kisuze vinden jongeren en activisten elkaar vooral online, in Whatsappgroepen en op sociale media: "Daar kunnen ze hun frustratie en wanhoop wél uiten. Ze vinden herkenning bij landgenoten, en bij gelijkgestemden uit buurlanden."
Er zijn steeds meer signalen dat regeringen samenwerken om tegenspraak te smoren. Zo is het volgens Wako en Kisuze geen toeval dat de Ugandese oppositieleider Besigye uitgerekend in Kenia verdween. Ze noemen ook het voorbeeld van een Ugandese advocaat en een Keniaanse activist die Tanzania bezochten uit solidariteit met de gevangen oppositieleider Lissu. Beiden werden er opgepakt en gemarteld. "Deze arrestaties worden afgestemd. Leiders helpen elkaar", zegt Kisuze.
"Ze volgen allemaal het autocratische draaiboek", zegt Wako. Ze wijst op het bestempelen van demonstranten als terroristen, beschuldigingen van landverraad, de aanwezigheid van militairen op straat, de arrestaties zonder proces, het lastig vallen van journalisten en excessief politiegeweld.
Daarbij zijn ze minder bang voor de kritiek van onder meer de VS. Voorheen werd gedreigd met het stoppen van ontwikkelingssamenwerking. Nu die hulp is beëindigd, is dat een loos dreigement. "En zo hebben leiders vrij spel om ongestoord hun gang te gaan", zegt Kisuze.
Is het tij nog te keren? Zowel Kisuze als Wako probeert optimistisch te zijn. Wako pleit vooral voor gerechtigheid. Leiders, leger en politie mogen niet wegkomen met het doden van onschuldige burgers. "En we moeten elkaar blijven opzoeken, on- en offline, ons blijven uitspreken en elkaar helpen", zegt ze. "We mogen de strijd niet opgeven, hoe gevaarlijk onze straten nu ook zijn."