Gebruiken we in 2050 nog net zo veel olie, steenkool en aardgas als nu?
Een wereld die in 2050 nog net zo veel fossiele brandstoffen gebruikt als nu of een toekomst waarbij we fors minderen: het is allebei nog mogelijk. Waar het op uitkomt, hangt af van het klimaatbeleid dat landen gaan voeren, blijkt uit onderzoek van het Internationaal Energie Agentschap (IEA), een organisatie van vooral rijke landen die data verzamelt over energiemarkten.
Het verbranden van olie, gas en steenkool is de voornaamste oorzaak van de opwarming van het klimaat. Om deze onder de 1,5 graad Celsius te houden zijn bijna alle landen bijeen op de klimaattop in Belém. Voorzitter Brazilië wil praten over een 'routekaart' om fossiele brandstoffen af te bouwen. De mate waarin dat lukt, bepaalt de toekomstige impact van klimaatverandering.
Enorme energiehongerDe wereld heeft een enorme honger naar energie, blijkt ook dit jaar weer uit het IEA-rapport. Wederom gebruikte de wereld meer van alle energiebronnen, zowel fossiel (steenkool, olie, aardgas) als niet-fossiel (nucleair, wind, zon). Dat komt doordat er steeds meer mensen zijn, die ook nog eens vaker een goed inkomen verdienen en dus meer energie gebruiken.
Die energievraag groeit in alle scenario's door. Toch zijn er ook grote verschillen.
In het basisscenario gaat het IEA ervan uit dat de wereld op de huidige voet verder gaat. Het gebruik van fossiele brandstoffen neemt nauwelijks af. Steenkool raakt de komende decennia weliswaar op zijn retour, maar mensen gebruiken in dit scenario in 2050 zelfs nog meer olie en aardgas dan nu. Dat leidt ertoe dat de wereld zo'n 3 graden Celsius opwarmt.
Druk van TrumpEigenlijk stopte het IEA in 2020 met dit scenario. De jaren ervoor kreeg de organisatie vaak de kritiek dat ze de snelle opmars van met name zonnepanelen jaar na jaar onderschatte. Dat kan ook nu het geval zijn, erkent het IEA. De ramingen zijn conservatief en vallen gunstig uit voor fossiele brandstoffen.
Dat het scenario terug is in de rapportage, lijkt te danken aan de Amerikaanse regering. Onder president Trump stort het land zich weer op olie, gas en steenkool, terwijl het meeste klimaatbeleid in de prullenbak is beland. Vanuit de Republikeinse partij komt al langer felle kritiek op het werk van het IEA. Dat zou zijn oren te veel laten hangen naar klimaatactivisten, en los geraakt zijn van de realiteit.
In juni haalde ook de Amerikaanse minister van energie, Chris Wright, uit naar de IEA-scenario's. Die lieten bijvoorbeeld zien dat de wereldwijde vraag naar olie nog voor 2030 over zijn piek is. "Totale nonsens", zei Wright daarover tegen persbureau Bloomberg.
Scenario's moeten volgens Wright beter laten zien dat er nog tientallen jaren een prominente rol is voor fossiele brandstoffen. De Verenigde Staten hebben er belang bij dat gezaghebbende organisaties dat zeggen, omdat ze de grootste exporteur zijn van olie en gas. Vooral de export van gas lijkt alleen maar verder te groeien. Mocht het IEA niet van koers veranderen, dan dreigt de VS eruit te stappen, maakte Wright duidelijk.
Zelf rept het IEA nergens over Trumps invloed. Het conservatieve scenario zou zijn afgestoft omdat de energiemarkten weer stabiel zijn na de coronapandemie en de energiecrisis die volgde op de Russische inval in Oekraïne. Hoe dan ook, vanuit de Verenigde Staten reageren Republikeinse politici verheugd. Het IEA zou terugkeren naar "objectieve data-analyse, vrij van activisme".
Andere toekomst mogelijkToch laat het rapport zien dat er ook een andere toekomst mogelijk is. Wanneer het IEA ook kijkt naar de klimaatplannen van landen neemt het gebruik van fossiele brandstoffen wel degelijk af. In zo'n geval gebruikt de wereld in 2050 fors minder steenkool, en iets minder olie en gas. Zelfs dan warmt het klimaat nog altijd 2,5 graden Celsius op.
Hierbij keek het IEA alleen naar de meest concrete plannen. Veel landen waren dit jaar te laat met het inleveren van voorstellen voor de klimaattop en deze zijn grotendeels niet meegenomen. Of deze plannen worden gerealiseerd is erg onzeker, ook omdat ze zo pril zijn.
Wat het rapport wel heel duidelijk maakt, is dat de kans is verkeken om de opwarming onder de 1,5 graad Celsius te houden. Zelfs in het scenario waarbij de wereld de uitstoot in 2050 terugbrengt naar nul schiet de wereld komende jaren door die grens.