Win-winlening moet kleine bedrijven in Nederland op weg helpen
Een win-winlening, dat klinkt goed. Zo'n lening moet particuliere investeerders de mogelijkheid bieden om geld uit te lenen aan startende ondernemers tegen gunstige financiële voorwaarden.
In Vlaanderen bestaat deze regeling sinds 2006. CDA en D66, die de afgelopen weken onder leiding van informateur Buma een fundament probeerde te leggen voor een nieuwe coalitie, zien zo'n regeling ook voor Nederland wel zitten.
BelastingvoordeelDe win-winlening werkt in Vlaanderen als volgt: een particulier (vaak familie) leent maximaal 75.000 euro uit aan een klein bedrijf. Dat bedrijf betaalt daar rente over en de overheid stelt jaarlijks daarvan de bandbreedte vast. In 2025 is dat tussen de 2,25 en 4,5 procent. Over die rente moet wel 30 procent belasting worden betaald.
De particulier die geld uitleent, krijgt van de overheid ook nog eens een jaarlijkse belastingkorting van 2,5 procent.
Na vijf tot tien jaar moet het geleende bedrag helemaal zijn afgelost. Hoe het bedrijf het geld aflost, wordt van tevoren afgesproken. Dat kan beetje bij beetje, maar ook in één keer alles op het einde.
Achtergestelde leningDe particulier die geld uitleent, loopt wel een risico, want het gaat om een achtergestelde lening. Dus als het bedrijf dat geld van hem leent failliet gaat, staat de particulier achter in de rij bij het terugkrijgen van het geld. Andere schuldeisers gaan voor.
De uitlener blijft in dat geval niet helemaal met lege handen achter: van de overheid krijgt hij 30 procent van het uitstaande leenbedrag terug. Dat gebeurt met een verrekening in de belastingaanslag.
Hoe D66 en CDA de win-winlening in Nederland willen vormgeven is nog onduidelijk en het is ook nog niet bekend hoe andere partijen in de Tweede Kamer erover denken.
Meer dan een miljardVorig jaar werden in Vlaanderen bijna 6000 van dit soort leningen afgesloten voor in totaal 128 miljoen euro. Sinds hiermee in 2006 werd begonnen, hebben ondernemingen meer dan een miljard euro opgehaald, blijkt uit cijfers van de investeringsmaatschappij van de Vlaamse overheid, PMV.
Kleine en middelgrote bedrijven in Vlaanderen en Brussel zijn enthousiast over het inititatief. En ook in Nederland is er behoefte aan, ziet brancheorganisatie MKB-Nederland, die er al langer voor pleit. "Het is specifiek goed voor kleine bedrijven die hiermee wel geld kunnen lenen, wat via de overheid of de banken vaak niet lukt", zegt een woordvoerder. Het zou gemiddeld gaan om leningen tussen de 20.000 en 25.000 euro.
Nederland heeft ongeveer twee keer zo veel ondernemingen als Vlaanderen, zegt Lex van Teeffelen, lector aan de Hogeschool Utrecht. "Je kan die 128 miljoen euro gerust keer drie doen als dit ook bij ons wordt ingevoerd. Al kost het wel even tijd voordat het is ingeburgerd."
Aan zo'n achtergestelde lening kleven voor investeerders weliswaar risico's, maar dat geldt ook voor andere vormen van investeren, zegt Van Teeffelen. "Investeren in aandelen is ook risicovol en hiervoor staat de overheid niet garant."
Zeer welkomIn Vlaanderen worden win-winleningen in de praktijk vooral verstrekt door bekenden van een bedrijf. Maar liefst driekwart van de leningen komt van familieleden. Die kunnen daarmee dus rekenen op een flink hogere rente dan op de spaarrekening.
Voor het wasmiddelbedrijf Brauzz, tegenwoordig onderdeel van Planet B, was de win-winlening in elk geval zeer welkom. "Wij hebben bij onze eigen familie en vrienden geld kunnen lenen", zegt Lowie Vercraeye, een van de oprichters.
"Het begon eigenlijk als een masterproject", aldus Vercraeye. "Wij kwamen uit de schoolbanken en deze lening werkte als een uitstekend instrument om te starten."