Onderhandelaars voorjaarsnota maakten het zichzelf lastig met marathonsessie
Na meer dan 24 uur aan een stuk door onderhandelen is de coalitie het eens over de voorjaarsnota. Het is lang geleden dat dit soort sessies tot diep in de nacht duurden.
"Ik moest wel even fronsen toen ik vanmorgen op NOS.nl keek", zegt onderzoeker Roxanne Bongers van het Nederlands Herseninstituut. "Ik dacht, het moet pittig zijn geweest en misschien wel minder productief dan je zou willen."
De onderhandelaars kregen te maken met twee processen die elkaar versterken, zegt Bongers. "Als je slaaptekort hebt opgebouwd, worden de concentratie en het omgaan met emoties minder. Dus wordt het moeilijker om beslissingen te nemen, je wordt impulsiever. Je kan je daar bij een nachtdienst tegen wapenen door vooraf alvast te gaan slapen. Maar de onderhandelaars zijn niet gisteravond met onderhandelen begonnen, maar de dag ervoor."
Er is onderzoek gedaan naar rijvaardigheid als je 17 tot 19 uur wakker bent. Dan is je rijprestatie vergelijkbaar met iemand die een half promille alcohol in zijn bloed heeft. "En als je langer dan 19 uur wakker bent, is het alsof je 1 promille in je bloed hebt", zegt Bongers.
BioritmeBehalve met een slaaptekort kregen de onderhandelaars ook met verstoring van hun bioritme te maken. "Ons lichaam gaat ervan uit dat we 's nachts slapen. We komen automatisch in een slaapstand, wat het extra lastig maakt om door te werken 's nachts. Daardoor worden de effecten van het slaaptekort nog sterker".
Dit betekent natuurlijk niet automatisch dat de onderhandelaars verkeerde beslissingen hebben genomen, zegt Bongers. Ze kan vanuit haar deskundigheid alleen zeggen dat deelnemers het zichzelf lastiger hebben gemaakt, omdat ze tegen hun eigen slaap moesten vechten.
"We hebben helemaal niet geslapen, nog geen minuut, maar het was het waard", zei PVV-leider Wilders:
Het nachtelijk doorhalen voor deze voorjaarsnota doet historicus Johan van Merriënboer van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in Nijmegen nog het meest denken aan de periode net na de Tweede Wereldoorlog, toen de latere IMF-directeur Piet Lieftinck minister van Financiën was (1945-1952).
Het lukte ministers zelden om meer geld voor hun portefeuille vrij te krijgen dan Lieftinck verantwoord vond. "Dat was een man, die liet het gewoon op het fysieke uithoudingsvermogen van de minister aankomen", zegt Van Merriënboer. "Tot diep in de nacht of tot het vroege ochtendgloren werd zo'n minister op de pijnbank gelegd. Ze gingen er dan bijna helemaal aan onderdoor."
Op hun nummer gezetBerucht zijn ook de onderhandelingen ten tijde van het 'vechtkabinet' Den Uyl (1973-1977), maar in dat kabinet gingen ook de gewone ministerraadvergaderingen bijna wekelijks door tot diep in de nacht. "Bij Den Uyl ging het vooral om het debat", aldus Van Merriënboer. "Dat gold voor alle mogelijke onderwerpen, ook begrotingsvoorbereidingen."
Met de kabinetten-Lubbers kwam daar een eind aan. "Als er knopen moesten worden doorgehakt, liet hij ministers één voor één binnenkomen in het Torentje. Hij wist er soms meer van dan de vakminister en dan werden ze op hun nummer gezet. Dat zie ik Schoof niet doen."