Komende week maakt het Planbureau voor de Leefomgeving bekend dat Nederland de klimaatdoelen voor 2030 niet lijkt te halen. De kans dat het gaat lukken, is volgens een ingewijde minder dan 10 procent. Bij het terugdringen van de CO2-uitstoot blijft vooral de industrie achter.
Als de cijfers donderdag openbaar worden, start de discussie over extra maatregelen. "Maar je hoeft geen helderziende te zijn om te zien dat er wat moet gebeuren", heeft minister Hermans van Klimaat en Groene Groei al gezegd.
De industrie is verantwoordelijk voor bijna een derde van de CO2-uitstoot. De uitstoot zou in 2030 met 67 procent teruggebracht moeten zijn ten opzichte 1990. De minister heeft laten weten dat dat waarschijnlijk niet gehaald wordt, "ondanks alle inspanningen".
De uitstoot van de industrie is wel gedaald, maar dat komt doordat de productie daalde. Als je kijkt hoeveel de industrie uitstoot voor een bepaalde hoeveelheid productie, steeg de uitstoot juist, blijkt uit cijfers. De grootste vervuilers doen het daarbij slechter dan kleinere.
Veel grote bedrijven aarzelden een aantal jaar geleden nog over verduurzaming, maar de meeste zijn nu overtuigd van de noodzaak, concludeert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland na gesprekken met de 54 grootste uitstoters. Het aantal bedrijven dat wil verduurzamen groeide fors na de Russische inval in Oekraïne, toen de gasprijs piekte.
Verduurzaming betekent voor veel grote bedrijven overstappen van gas naar elektriciteit. Netbeheerders werden hierdoor overvallen. Inmiddels staan zo'n duizend bedrijven op een wachtlijst voor een (zwaardere) elektriciteitsaansluiting. Zonder zo'n aansluiting blijven veel bedrijven afhankelijk van gas en blijven ze dus CO2 uitstoten.
Hoge kosten, trage processen
De overgang van gas naar stroom zou vanuit klimaatoogpunt beloond moeten worden. Maar de praktijk is dat bedrijven jaren moeten wachten en daarna geconfronteerd worden met hoge transportkosten van elektriciteit. Die zijn hier een stuk hoger dan in Duitsland, België en Frankrijk.
Nederland loopt achter op buurlanden. Zo hebben Duitsland en Frankrijk hun staalindustrie al miljarden euro's toegezegd om over te schakelen van vervuilende kolen op groene waterstof.
Nederland probeert 'maatwerkafspraken' te maken met de twintig grootste vervuilers, waaronder Tata Steel IJmuiden, de grootste kunstmestfabriek in Europa van Yara in Sluiskil en Shell Pernis en Moerdijk.
Na ruim twee jaar is er nog geen enkele maatwerkafspraak, en steeds meer ontwikkelingen leiden tot vertraging: problemen met elektriciteitsaansluitingen, hoge rente op leningen, hoge energie- en netbeheerkosten en langdurende vergunningstrajecten.
Weg uit Europa?
Energie-intensieve bedrijven vragen zich af of er in Europa überhaupt toekomst voor hen is. De Italiaanse oud-premier Draghi schrijft in een rapport dat Europa de concurrentie met China en de VS aan het verliezen is.
De gasprijs in Europa is ruim drie keer zo hoog als in de VS; volgens Draghi reden om sneller te verduurzamen. Binnen Europa dreigt Nederland zich nog meer uit de markt te prijzen door de veel hogere energiekosten.
Waar China al decennia de eigen industrie subsidieert, smijt de regering-Biden in de VS met miljarden dollars via de Inflation Reduction Act. Voor sommige bedrijven in Europa zijn de investeringssubsidies en lage energieprijzen reden om te vertrekken naar Amerika.
Waar investeren?
De vestigingen van Tata, Yara en Shell zijn in IJmuiden, Sluiskil en Rotterdam, maar de hoofdkantoren zetelen in Mumbai, Oslo en Londen. De fabrieken zijn te groot om te verplaatsen, maar nieuwe investeringen gaan niet vanzelfsprekend naar Nederland.
Het Britse olieconcern BP, met een grote raffinaderij in Rotterdam, heeft onderhandelingen over een maatwerkafspraak met de overheid gepauzeerd. Kunstmestproducent Yara is na een pauze weer in gesprek. Shell dat recent de bouw van een bio-raffinaderij in Pernis stopte, erkent de problemen, maar zegt "gecommitteerd te zijn aan de afspraken".
Tata Steel
Er wordt volop onderhandeld met Tata, verreweg de grootste CO2-vervuiler van Nederland. Een deal met Tata over de overgang van kolen naar groene waterstof zou de klimaatdoelen een stuk dichterbij brengen. Minister Hermans en premier Schoof hebben hier recent over gesproken met de hoogste baas van Tata in India.
Afgelopen week is de Tweede Kamer bijgepraat. Duidelijk werd hoe ingewikkeld de onderhandelingen zijn. De Rijksoverheid mag Tata maar beperkt helpen. De kosten van de door de politiek geëiste sluiting van de Cokesgasfabriek 2 lijkt het bedrijf zelf te moeten dragen.
De vraag is of Tata daartoe bereid is. De staalmarkt in Europa zit in een dip vanwege goedkoop Chinees staal en hoge energiekosten. Tata Steel IJmuiden moet bezuinigen en schrapt personeel. Ook zet het leveranciers onder druk om de prijzen te verlagen, schreef het FD.
Mocht de overheid Tata Steel IJmuiden helpen met verduurzamen, dan gaat het niet alleen om de bouw van een nieuwe fabriek. In Duitsland en Frankrijk zit het leeuwendeel van de overheidssteun in garanties die het risico van een (te) hoge prijs van groene waterstof afdekken. Alles bij elkaar zou het om meerdere miljarden gaan - geld dat dan niet naar andere klimaatmaatregelen kan.