Kunstroven, zoals die vanochtend in Oisterwijk, zijn geen onbekend fenomeen in kunstland Nederland. Dit waren enkele spraakmakende diefstallen uit de afgelopen decennia:
1991: 'Uiterst knullige' bende steelt twintig werken uit Van Gogh Museum
In de lente van 1991 laat een man zich insluiten in het Van Gogh Museum in Amsterdam. Rond 03.00 uur 's ochtends gaat het alarm af. De man houdt een bewaker onder schot en dwingt hem de alarminstallatie uit te zetten. Hierna laat hij een handlanger binnen en gaan ze samen op rooftocht door het gebouw.
De bende maakt in totaal twintig werken buit met een gezamenlijke waarde van bijna een miljard gulden. Ze vertrekken in de auto van de beveiliger naar station Amsterdam Amstel, waar iemand de kunstwerken zou komen ophalen. Eenmaal daar blijkt diegene er niet meer te staan.
Niet veel later vinden agenten alle werken terug in een gestolen auto. Een groot deel is in vrij goede staat, maar een aantal werken is beschadigd.
De roof wordt de grootste kunstroof sinds de Tweede Wereldoorlog genoemd en trekt internationaal de aandacht. De Amsterdamse politiecommissaris noemt de roof de volgende dag "uiterst knullig".
Vier mannen, onder wie een voormalig bewaker van het museum, worden een paar maanden later aangehouden. Uiteindelijk krijgen ze celstraffen van zes tot zeven jaar. Een van de rovers, Roy Peters, zegt in 2021 tegen de regionale omroep NH dat hij achteraf blij is dat de werken zo snel werden teruggevonden.
2002: Beroepsinbrekers slaan ruitje in bij Van Gogh Museum
In de vroege ochtend van zaterdag 7 december 2002 is het opnieuw raak bij het Van Gogh. De Amsterdamse beroepsinbreker Octave 'Okkie' Durham klimt via een ladder naar het dak. Hij tikt samen met een kompaan een slecht beveiligd raam in en gaat naar binnen.
Uiteindelijk gaan ze er met twee werken vandoor: Zeegezicht bij Scheveningen uit 1882 en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen uit 1884-1885. Later zegt Durham in een interview dat ze eigenlijk op zoek waren naar de De Aardappeleters, een van Van Goghs bekendste werken.
Een jaar later worden de twee rovers opgespoord en veroordeeld, maar van de schilderijen is geen spoor te vinden. In 2016, veertien jaar na de overval, worden ze teruggevonden in Napels. De schilderijen waren terechtgekomen bij de Italiaanse maffia.
In 2017 sprak de NOS met Durham, die uitgebreid zijn verhaal deed:
2005: 'Beestachtige' inbraak bij het Westfries Museum
In de nacht van 9 op 10 januari 2005 slaan dieven een gat in de keldermuur van het Westfries Museum in het centrum van Hoorn. Ze schakelen het beveiligingssysteem uit en grijpen vrijwel alles wat ze pakken kunnen: 24 schilderijen (allemaal uit de 17e en 18e eeuw), zeventig stukken zilverwerk en een hoop porselein.
"Ze zijn als beesten tekeergegaan", zegt de directeur van het museum na de overval. Overal in het museum liggen glas- en brokstukken. De schade voor het regionale museum is gigantisch: de werken zijn op dat moment ongeveer 10 miljoen euro waard en bijna niets is verzekerd.
Zo berichtte het NOS Journaal in 2005 over de kunstroof:
In 2014 duikt voor het eerst een van de gestolen schilderijen op, bij een Oekraïense website. Kunstroofdeskundige Arthur Brandt meldt daarna dat de werken in handen zijn van een militie in Oost-Oekraïne, waar dan al oorlog woedt. Volgens de directeur is het museum een "speelbal in een ondoorzichtig politiek krachtenveld, waarin sprake is van een interne strijd om macht".
De Oekraïense politie vindt in april 2016 vier stukken terug bij een 'geheime operatie'. Een vijfde schilderij wordt afgegeven bij de Nederlandse ambassade in Kyiv. Na lang diplomatiek getouwtrek haalt de directeur van het Westfries Museum de werken in september van dat jaar op in Oekraïne.
In mei van dit jaar is er opnieuw goed nieuws voor het museum. Een van de werken wordt teruggevonden bij een inval in een appartement in de Poolse stad Krakau. Het gaat om het schilderij Rebecca en Eliëzer van de Hoornse schilder Jan Linsen.
2012: Miljoenenroof via een nooduitgang in Rotterdam
Een groep dieven uit Roemenië breekt in de nacht van 15 op 16 oktober 2012 een nooduitgang open van museum De Kunsthal in Rotterdam. Op de begane grond van het gebouw is op dat moment de tentoonstelling Avant-gardes, vanwege het 20-jarig bestaan van het museum. Er is geen beveiliger aanwezig; de Kunsthal wordt op afstand in de gaten gehouden.
De dieven gaan er met zeven peperdure werken vandoor. Het gaat om schilderijen van Monet, Picasso, Freud, Matisse, Gauguin en Meijer de Haan. Het alarm gaat af, maar als de beveiligers aankomen zien ze alleen de lege plekken op de muren waar de kunstwerken even daarvoor nog hingen.
De kunstrovers blijken in enkele minuten te hebben toegeslagen. Op beveiligingsbeelden valt te zien hoe ze op hun gemak het gebouw verlaten. De museumdirecteur spreekt die ochtend van "een nachtmerrie".
Als de mannen de kunstwerken proberen te verkopen aan een handelaar in Roemenië, komt de politie hen op het spoor. Uiteindelijk worden zes mensen veroordeeld voor de kunstroof. De werken blijven spoorloos.
2022: 'Peaky Blinders' roven vitrine leeg op kunstbeurs in Maastricht
Op dinsdag 28 juni 2022 lopen vier mannen rond het middaguur de kunstbeurs Tefaf in Maastricht op. Ze zijn netjes gekleed, met colberts en platte petten. Bij de stand van de Londense juwelier Symbolic & Chase slaan ze toe. Met sloophamers wordt de vitrine kapotgeslagen en leeggeroofd.
Terwijl de mannen met wapens beursbezoekers op afstand houden, verlaten de vier 'Peaky Blinders' (naar de Britse dramaserie over een bende uit Birmingham) het beursgebouw met tientallen miljoenen aan juwelen op zak. Hierna vluchten de overvallers in huurauto's, die geparkeerd staan op enkele honderden meters van het beursgebouw.
Waar de daders nu zijn, is onbekend. Volgens de politie komen ze vermoedelijk uit de Balkan en verblijven ze mogelijk in de omgeving van Belgrado.
Dit jaar meldt de politie "grote stappen" te hebben gezet in het onderzoek. Zo zijn twee diamanten uit een van de gestolen sieraden teruggevonden: één in Israël, de andere in Hongkong.
Zo sloegen de dieven destijds toe: