Herdenkingscomité Slavernijverleden krijgt plek op Curaçao
In Otrobanda, in het historische hart van Willemstad, is gisteren het eerste Caribische kantoor van het Herdenkingscomité Slavernijverleden geopend. De locatie in de oude binnenstad, een voormalig gouverneursgebouw, wordt een ontmoetingsplek waar kennisoverdracht, dialoog en erfgoed centraal staan.
Lucia Beck, directeur van het comité in het Caribisch gebied, noemt de opening een eer én - als voormalig inwoner van de oude binnenstad - een persoonlijke cirkel die rondkomt.
Tijdens de ceremonie werd een permanente expositie onthuld die de geschiedenis verbeeldt van vóór, tijdens en na de slavernij. Opvallend onderdeel is een blanco canvasdoek dat bezoekers zelf mogen invullen met hun visie op de toekomst. Aldair Pieters, een lokale ondernemer schrijft: "Ik ga bijdragen aan de revolutie." En licht toe: "Wie we waren, dat bestaat niet meer. Het gaat erom wie we nú zijn. Dat moeten we samen gaan vinden."
VooruitkijkenHet comité wil met het kantoor generaties met elkaar verbinden. Beck signaleerde in haar toespraak een opvallend verschil tussen hoe oudere en jongere generaties omgaan met het slavernijverleden. De ouderen, zei ze, hebben jarenlang gestreden voor erkenning en excuses. Zij spreken vanuit de pijn en de bewustwording die daaruit voortkwamen. Jongeren, daarentegen, zoeken naar kracht, zelfexpressie en een positief zelfbeeld. "Zij kijken niet alleen terug, maar willen vooral vooruit", aldus Beck.
Sinuhe Oomen, actief in de kunst- en cultuursector, verwoordt dat als een proces van mentale emancipatie: "Je draagt het verleden onbewust met je mee. Het is tijd dat we ons daarvan bewust worden en die patronen doorbreken." Volgens hem begint dat met het erkennen van de eigen identiteit en expressie. "We moeten elkaars waarden niet alleen herkennen, maar ook versterken."
Daarbij wijst hij op een bredere beweging die ook buiten de eilanden zichtbaar is. "In Nederland is in de loop der tijd een zevende eiland ontstaan: een gemeenschap van nazaten van de voormalige koloniën. Zij drukken nu hun stempel op de Nederlandse samenleving en zorgen voor een wederzijdse beïnvloeding."
Via een videoboodschap vanuit Nederland spreekt Astrid Elburg, voorzitter van het comité, de aanwezigen toe. Zij noemt de fysieke aanwezigheid van het kantoor in het Caribisch gebied een mijlpaal en benadrukt dat verandering begint bij het actief verbinden van mensen en generaties.
'Verhaal achter de komma'Beck benadrukt dat het comité geen nieuwe organisaties wil oprichten, maar juist wil verbinden en faciliteren. "Onze mensen zijn creatief en weten wat ze willen. Het is een kwestie van connecting the dots." Volgens haar maken veel mensen nog geen gebruik van de beschikbare fondsen en kennis. Het kantoor biedt ruimte voor ondersteuning, advies en samenwerking.
Het blanco canvas in de expositie symboliseert wat Beck omschrijft als "het verhaal achter de komma". Dat is een verwijzing naar de excuses van de Nederlandse koning en regering, die volgens haar niet het eindpunt zijn, maar het begin van een traject. "Het verleden werkt door in hoe wij onszelf klein houden. Door mensen bewust te maken van hun verhaal, willen we bijdragen aan een sterkere Caribische samenleving.
In juli opent het Herdenkingscomité ook een kantoor op Sint-Eustatius. Beide eilanden speelden een centrale rol in het Nederlandse slavernijverleden.