Waar is het verzet binnen de Republikeinse partij? Die vraag klinkt in Amerika steeds luider. Zeker na het diplomatieke drama dat zich vrijdag afspeelde bij het bezoek van de Oekraïense president Zelensky aan het Witte Huis.
De Republikeinen waren ooit een partij met een internationale blik die streefde naar democratie, burgerrechten, vrije markten en open grenzen. Het was bovenal de partij van Ronald Reagan, de oud-president die de Republikeinen altijd nog vereren als een patroonheilige.
Reagan schetste Amerika als een shining city upon a hill, een baken voor vrijheid en democratie in de wereld. Voor hem was Moskou het grote gevaar. Hij zou de geschiedenis ingaan als de president die het communisme ten val bracht.
Vijandbeeld
Natuurlijk valt er van alles af te dingen op dat verheven Republikeinse zelfbeeld. Tijdens de Koude Oorlog wierp de VS zich op als tegenstander van ondemocratische krachten, maar dat was vooral gericht tegen communistische dictaturen. Als het uitkwam, had Washington geen moeite innige bondgenootschappen te sluiten met rechts-conservatieve regimes, zoals de militaire junta's in Zuid-Amerika.
Zo nodig hielpen de Amerikanen democratisch gekozen regeringen van linkse signatuur met geweld omver te werpen. De lijst is lang.
Ook na de Koude Oorlog bleef Rusland centraal staan in dat vijandbeeld. De Russische president Poetin ontregelde Afrikaanse landen door Wagner-huurlingen te sturen, gooide hele steden plat met vliegtuigbommen in Syrië en Tsjetsjenië, begon frozen conflicts in Georgië en Moldavië en viel met grof geweld Oekraïne binnen.
Voor de Republikeinen was Poetin de afgelopen decennia hét gevaar voor vrede en veiligheid in de wereld.
De spiegelwereld van het Trumpisme
Donald Trump heeft altijd handig gebruik gemaakt van de politieke erfenis van zijn illustere voorganger. Hij nam zijn slogan over: Make America Great Again. En tijdens de verkiezingscampagne herhaalde hij Reagans befaamde uitspraak uit 1980, toen hij zich richtte tot de Amerikaanse kiezers: "Zijn jullie beter af dan vier jaar geleden?"
Maar daar houdt de vergelijking wel op. Amerika werpt zich niet langer op als leider van vrije democratieën. In de spiegelwereld van het Trumpisme zijn democratische bondgenoten als Oekraïne en Europa ineens tegenstander. Zelensky is in die wereld niet een president die vecht voor het overleven van zijn natie, maar een "dictator" die misbruik maakt van de goedheid van Amerika. En niet Rusland, maar Oekraïne begon de oorlog.
Over Poetin zelf geen kwaad woord. Sterker: tijdens de clash met Zelensky in het Oval Office leek Trump de Russische president nóg inniger te omarmen. "Poetin is samen met mij door de hel gegaan", zei hij in een verwijzing naar het Rusland-onderzoek van Robert Mueller. De speciaal aanklager had in 2019 geconcludeerd dat Rusland de Amerikaanse presidentsverkiezingen had proberen te beïnvloeden ten gunste van Trump.
Ongemak
Het zal heus tot ongemak geleid hebben binnen de Republikeinse partij, maar niemand die dat hardop durft uit te spreken. Tekenend is de houding van oud-senator Marco Rubio. Als minister van Buitenlandse Zaken vertegenwoordigt hij nu his master's voice op het wereldtoneel.
Als senator was Rubio een onvervalste havik die Poetin omschreef als een "bloeddorstige oorlogscrimineel" en "monster". Tijdens de botsing tussen Trump en Zelensky zat hij zichtbaar ongemakkelijk naast vicepresident JD Vance. Maar na afloop haalde hij vooral uit naar Zelensky en eiste hij excuses van de Oekraïense president.
Een paar jaar geleden sprak Rubio nog de hoop uit dat Poetin omver geworpen, of zelfs vermoord, zou worden. Nu is het een man met wie hij zaken wil doen. Die houding is tekenend voor een partij wiens leider onvoorwaardelijke loyaliteit eist en geen tegenspraak duldt.
Naakt eigenbelang
Trump spreekt een aanzienlijk deel van de Amerikaanse bevolking aan die de buik vol heeft van de vele kostbare oorlogen in het buitenland. Trumps beleid heeft de echo van het oude isolationisme van de Verenigde Staten, een politieke onderstroom die nooit helemaal is verdwenen. Maar het is een misrekening om Trumps buitenlandbeleid te verwarren met een Amerikaanse vorm van pacifisme.
Trump grijpt eerder terug op het nationalisme van de negentiende eeuw, waarin grootmachten de wereld verdelen in invloedsferen. Rauwe macht voert daarin de boventoon, ten koste van democratie en burgerlijke vrijheden. Militaire spierkracht is vooral bedoeld om het nauwe eigenbelang veilig te stellen.
Amerikaanse diplomatie is zo verworden tot een naakte transactie. Quid pro quo is het nieuwe motto van het Witte Huis. Amerika volgt daarmee de trend die eerder is ingezet door het China van Xi, het Rusland van Poetin, het Turkije van Erdogan en het India van Modi. Ivo Daalder, voormalig NAVO-ambassadeur namens de VS, concludeerde dan ook al eerder: "De partij van Ronald Reagan is niet meer".