U wist het niet, maar het is vandaag officieel Benelux-dag. Met een symposium, een herdenkingspenning en een grensoverschrijdende vrachtwagencontrole wordt vandaag het 80-jarige bestaan van de Benelux Unie gevierd. Menigeen zal het verbazen dat de aloude samenwerking tussen Nederland, België en Luxemburg nog bestaat. Maar ze is springlevend, verzekert secretaris-generaal van de Unie Frans Weekers op Benelux-dag.
Den Haag, 4 oktober 1951. In de dierentuin, die nu niet meer bestaat, vindt een heuse Benelux-manifestatie plaats. Onder het toeziend oog van Kamerleden, ministers en de Belgische ambassadeur wordt een Benelux-vlag gehesen met de kleuren van België, Nederland en Luxemburg. Volledig officieuze symboliek, maar het zegt iets over de bevlogenheid bij sommigen rond de dan nog prille samenwerking.
De eerste douane-overeenkomst was toen zeven jaar oud. Het eerste verdrag tussen de regeringen van de drie landen, toen in ballingschap, werd in 1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog getekend.
80 jaar later klinkt de naam Benelux voor veel mensen vooral als iets van vroeger. Niets is minder waar, benadrukt oud-staatssecretaris Frans Weekers, sinds vorig jaar de hoogste ambtenaar van de Benelux. Graag somt hij de verworvenheden op. "Zaken die nu vanzelfsprekend zijn. Vrij reizen. Verdwenen obstakels in het handelsverkeer. De Benelux was en is de perfecte proeftuin voor Europa."
Is die samenwerking inmiddels niet overvleugeld door die andere unie, de EU? Voor een deel wel, beaamt Hendrik Vos, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit Gent. "Als het gaat over geopolitiek, het klimaat of de organisatie van de economie, daarover wordt op hogere niveaus beslist. De Benelux is eigenlijk te klein om daar nog echt bakens te kunnen verzetten.'
Daarbij zijn er ook wel de nodige verschillen tussen de drie landen. "Je ziet dat België soms andere bondgenoten zoekt in Europa, en Nederland ook. Als het gaat om de begrotingsdiscipline bijvoorbeeld, waar België vaak meer op de Franse lijn zit en dat wat minder belangrijk vindt."
De Benelux is wel sterk op andere onderwerpen. "De drugsproblematiek in de grensregio bijvoorbeeld, of de uitdieping van de Westerschelde. Dat zijn thema's die vooral België en Nederland aangaan. En soms kan de Benelux een beetje voorop lopen. Dat is ook het imago dat de Benelux graag uitdraagt: wij zijn de pioniers en effenen het pad, en Europa zal later wel volgen. Soms is dat zo, soms ook niet."
In de begintijd werd de Benelux gezien als laboratorium voor Europese samenwerking:
"In 2008 liep het oude Benelux-verdrag af en stonden we voor de vraag: gaan we ermee door?", herinnert Weekers zich. "We hebben ervoor gekozen de samenwerking te verbreden. Inmiddels gebeurt dat op veel terreinen: energie, duurzaamheid, veiligheid, maar ook in het klein, zorgen dat boeren in de grensstreek hun vee over de grens kunnen beweiden."
Er is nog een reden om de Benelux te koesteren, vindt Weekers. "Internationale samenwerking is de laatste jaren niet meer zo vanzelfsprekend. We zien toenemende nationalistische tendensen. De Benelux is ook de waakvlam van Europa. Als die uitgaat, wordt de geiser niet meer warm."
De Benelux blijft op sommige terreinen voorop lopen. Agenten uit België of Nederland hoeven bijvoorbeeld sinds vorig jaar niet meer bij de grens te stoppen bij een politieachtervolging, iets dat eerder alleen mocht onder bepaalde omstandigheden. En korpsen hebben rechtstreeks toegang tot elkaars databanken.
Weekers: "Om gewapende diensten van een andere staat op jouw grondgebied toe te laten, dat is nogal wat. Dat vergt vertrouwen. Daaraan zie je hoe diep verankerd de samenwerking is."
Binnen Europa heeft de Benelux een speciale juridische status die het mogelijk maakt verder te gaan met samenwerken dan de rest van de EU. Maar hoe ver dan? Weekers: "Er is geen einddoel. Het Benelux-verdrag wordt iedere tien jaar stilzwijgend verlengd. Maar wat zeker is: alles gebeurt op basis van consensus. Als een van de lidstaten iets niet wil in Benelux-verband, dan gebeurt het niet."
Vos: "België, Nederland en Luxemburg liggen geografisch naast elkaar. Dat maakt dat we bijna onvermijdelijk wel gezamenlijk met problemen of uitdagingen geconfronteerd worden. De Benelux kan dan af en toe even zijn meerwaarde bewijzen. Ik zie het dan ook niet zo snel verdwijnen."