Voorlopig geen verbod op uitzendkrachten ondanks misstanden in slachthuizen
Het duurt nog minstens een jaar voordat er een verbod op uitzendkrachten in de vleessector kan worden ingevoerd. Demissionair minister Van Hijum heeft bekendgemaakt dat dit kabinet het verbod niet meer gaat invoeren maar wel voorbereidingen treft. "We moeten onder meer nog uitzoeken wat de economische gevolgen kunnen zijn."
Op de vraag of het door de weerstand van BBB komt dat het besluit naar een volgend kabinet wordt doorgeschoven, antwoordt Van Hijum: "Nee, we doen wat we nu kunnen."
Over de arbeidsomstandigheden in de vleessector, zoals slachthuizen, wordt al jaren aan de bel getrokken. In de sector werken vooral arbeidsmigranten, die vaak lange uren maken onder zware omstandigheden. De Arbeidsinspectie rapporteerde over duizenden uitzendkrachten die de afgelopen jaren waarschijnlijk ten onrechte op staande voet zijn ontslagen.
De slachterijen hoefden hierdoor geen achterstallig loon of vakantiegeld te betalen. De werknemers liepen hierdoor een werkeloosheidsuitkering mis, en in sommige gevallen ook nog hun woonplek, die geregeld werd door de werkgever.
Mensen in vaste dienst
Vanwege de misstanden was de voorganger van Van Hijum, oud-minister van Sociale Zaken Van Gennip, begonnen met een onderzoek naar de (juridische) mogelijkheden van een uitzendverbod. De gedachte erachter is dat misstanden verdwijnen als mensen in vaste dienst genomen moeten worden.
In mei 2024 riep Van Gennip de sector tot de orde en stelde na gesprekken afspraken op met de vleessector voor verbeteringen. "Laat dit niet wachten tot mijn opvolger", zei Van Gennip. Van Hijum nam het onderzoek naar een uitzendverbod over, en kreeg daarvoor groen licht van de Tweede Kamer. Van Hijum noemde het toen een "laatste redmiddel".
Hij beloofde de Kamer begin 2025 met details over een verbod te komen. Hij wees erop dat Duitsland al sinds 2021 met zo'n verbod werkt en dat dat de arbeidsomstandigheden heeft verbeterd. In maart 2025 riepen verschillende vakbonden op zo'n verbod nu eindelijk in te voeren.
BBB en VVD huiverig
Regeringspartijen BBB en VVD blijven huiverig voor zo'n verbod, omdat het alle bedrijven in de sector raakt. Volgens BBB-fractievoorzitter Van der Plas is er ook "veel goede wil" in de sector. De VVD wil liever gerichte straffen tegen individuele bedrijven die de regels overtreden. Volgens de minister is dat echter onmogelijk om goed te handhaven, er zijn daar te weinig inspecteurs en rechercheurs voor bij de Arbeidsinspectie.
Ondertussen zijn de misstanden nog onvoldoende aangepakt, constateert Van Hijum. Hij noemt het voornemen "een stok achter de deur". Maar het is aan een volgend kabinet en de nieuwe Tweede Kamer om er over te beslissen.
Het kabinet wil de komende maanden wel strengere afspraken maken met andere sectoren waar misstanden worden geconstateerd, zoals de teeltsector, de schoonmaakbranche en transportbedrijven.