In verschillende Nederlandse gemeenten is onrust ontstaan omdat Defensie zoekt naar meer ruimte om munitie op te slaan. Defensie wil naast de al bestaande munitiedepots één nieuwe grootschalig opslag, of twee kleinere opslagplaatsen. Daarvoor heeft het acht locaties op het oog, maar de gemeenten waarin die locaties liggen zien het stuk voor stuk niet zitten.
"Ik dacht eerst dat het een grapje was, ik keek echt in vertwijfeling naar mijn brievenbus", zegt Dorien Brussen uit Toldijk. Haar huis zou moeten worden gesloopt als de opslag in Hummelo komt. Ook omwonenden van andere mogelijke locaties vrezen dat zij hun huis moeten verlaten vanwege strenge veiligheidsregels rondom zo'n munitiedepot.
In totaal heeft defensie zeventig hectare nodig voor de grootschalige opslag. De locatie moet aan best wat eisen voldoen: zo moet er bij voorkeur een goede aansluiting op hoofdwegen, binnenvaart en spoorwegen zijn, moet er zo weinig mogelijk bebouwing in de omgeving zijn en kan de locatie bijvoorbeeld niet onder een laagvliegroute liggen. Op basis van onder meer die voorwaarden is defensie tot een achttal mogelijke locaties gekomen.
Secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg zei eerder deze maand nog dat de wereld steeds gevaarlijker wordt. Dat vraagt wat van het bondgenootschap en ook van de Nederlandse defensie. Een van de belangrijkste redenen waarom de organisatie moet uitbreiden, is omdat andere NAVO-landen tegen de grenzen van hun opslagcapaciteit aanlopen.
Nederland is als kustland met grote havens een strategische locatie, mocht de munitie snel vervoerd moeten worden. Het kabinet wil begin volgend jaar beslissen waar de opslag komt.
De gemeenten waarin de mogelijke locaties gelegen zijn, zien de nood van de krijgsmacht, maar staan niet te springen om een depot in de eigen regio. De gemeente Buren geeft aan dat ze 'grote bezwaren' heeft, in Dalfsen zijn er 'grote vraagtekens' en in de gemeente Dinkelland is het college van B&W er 'op zijn zachtst gezegd niet blij mee' dat Weerselo als mogelijke locatie aangewezen is. Ook in de gemeenten Dronten, Zevenaar en Bronckhorst is het enthousiasme niet groot en beginnen bewoners zich te roeren.
Zone A
Als de opslag in Hummelo komt, moet niet alleen het huis van Dorien Brussen tegen de vlakte: in Hummelo en Toldijk zouden zo'n honderd huizen moeten wijken. Ook op de andere mogelijke locaties betekent de komst van een opslag dat bewoners moeten verhuizen.
Het huis van Brussen staat in 'zone A', dat is de zone die het dichtst tegen de mogelijke munitieopslag ligt. Defensie hanteert vier verschillende veiligheidszones rondom de depots. In zone A mag niet gewoond en gewerkt en worden en mag geen transport plaatsvinden, in zone B mag alleen niet gewoond worden en in zone C mogen geen gebouwen staan waar tijdens een groot deel van de dag veel personen aanwezig zijn, zoals een school of café.
In Toldijk voelt Brussen zich "in de steek gelaten". "We begrijpen heus dat defensie ruimte nodig heeft, maar de manier waarop het nu gaat is wel heel bijzonder."
Brussen is, naast haar werk in het onderwijs, secretaris van Toldieks Belang. Die bewonersvereniging gaat vanavond een petitie aanbieden aan de gemeente. "We hebben ook op allerlei plekken spandoeken opgehangen en geflyerd tijdens het dorpsfeest."
Toldieks Belang doet dus actief een beroep op de gemeente Bronckhorst, waar Hummelo en Toldijk onder vallen. Brussen: "We krijgen signalen dat het nog niet hoog genoeg op de agenda staat daar."
Burgemeester Marja van der Tas is het daar niet mee eens: "Wij hebben er alle begrip voor dat bewoners geschrokken zijn van het feit dat we nu een mogelijke locatie zijn."
De burgemeester vertelt dat ze de communicatie vanuit defensie richting het college van B&W in eerste instantie niet erg duidelijk vond: "Ze meldden ons pas erg laat dat er een informatiebijeenkomst vanuit defensie georganiseerd zou worden." Datzelfde gold voor de gemeente Dinkelland, zegt een woordvoerder daar.
Ruimte voor Defensie
Defensie is de komende tijd niet alleen op zoek naar een plek voor extra munitieopslag. Ook nieuwe ruimte voor oefenterreinen, laagvlieggebieden voor helikopters en landingsbanen zijn nodig. Dat is allemaal onderdeel van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie, het overkoepelende project waarbinnen defensie de mogelijkheden onderzoekt.
Naast de grootschalige munitiedepots zoekt de krijgsmacht ook nog kleinere opslagplaatsen voor munitie. Die moeten sneller vervoerd en gebruikt kunnen worden. Hiervoor wordt vooral gekeken naar de provincie Groningen, vanwege de goede toegang tot de Eemshaven. In Groningen is vooralsnog weinig tumult ontstaan naar aanleiding van de plannen.