Indonesië vroeg al decennia om schedel van Naturalis: 'Heel emotioneel'
Bij het Indonesische ministerie van Cultuur kunnen ze hun geluk niet op. Nederland geeft een belangrijke archeologische vondst terug aan Indonesië. Het gaat om de schedelkap van Dubois, genoemd naar de Nederlandse vinder Eugène Dubois. Daarmee werd in 1891 bewezen dat er andere mensachtigen hadden bestaan, die Dubois de Javamens noemde.
"Indonesië vraagt al sinds 1951 om de stukken van de Javamens", zegt hoogleraar Ismunandar, die bij het ministerie werkt. Hij spreekt van een bijzondere dag. "Het is voor ons ook een heel belangrijke collectie die terug naar ons land komt. Dus dit is heel emotioneel voor ons."
Maar er is ook wat verbazing onder historici in Indonesië. De repatriatiecommissie vroeg in 2020 enkel om de schedelkap, een kies en het heupbeen van de Javamens. Maar plotseling komt er een hele collectie van maar liefst 28.000 stukken terug. "Dat komt als een grote verrassing", zegt een historicus die niet bij naam genoemd wil worden.
Sommige historici betwijfelen de capaciteiten van Indonesië om zoveel belangrijke stukken op te slaan. Ook zijn ze sceptisch over de kennis bij museumprofessionals over hoe ermee om te gaan en over de kosten van deze operatie. Dit staat nog los van veiligheidszorgen, na eerdere diefstallen van kunst en een grote brand in het Nationaal Museum in Jakarta.
'In een keer of in etappes'De Indonesisch-Nederlandse historicus Sadiah Boonstra in Jakarta heeft aan de ene kant begrip voor die twijfels. "Uit ervaring weet ik dat het een enorme operatie is om een collectie van 28.000 stukken op te slaan. Het is heel moeilijk werk. Maar niet onmogelijk."
Indonesië heeft veel ervaring in het behandelen van archeologisch werk. Hoogleraar Ismunandar noemt bijvoorbeeld het Sangiran Museum op Midden-Java. Een archeologische vindplaats van een vroege mens, dat inmiddels Unesco-Werelderfgoed is. Boonstra bevestigt: "Daar is inderdaad veel kennis en ervaring op dit gebied."
Maar voor de collectie die er nu aankomt zijn nog veel meer professionals nodig. En de kritische historici denken dat Indonesië daar op dit moment nog tekortschiet. Maar wat Boonstra betreft kan de manier van opsturen daarbij een oplossing zijn. "Je kunt het in een keer overdragen, of in etappes."
'Koloniaal en historisch onrecht'Die laatste optie zou meer tijd bieden om opslagruimte te creëren, professionals op te leiden en wetenschappers aan de collectie te koppelen. Want vooral dat laatste is volgens Boonstra belangrijk. "Repatriatie gaat niet alleen over de overdracht van objecten. Maar ook over de kennis die daarmee samenhangt." Het gaat dan niet alleen om kennis die Nederland kan overdragen op basis van de jaren dat de collectie in het Leidse museum Naturalis lag. "Omgekeerd kan Nederland ook veel leren van de wetenschappelijke, de gemeenschappelijke en spirituele waarde van de stukken voor de Indonesiërs."
Wanneer en hoe de stukken worden overgedragen is nog niet bekend. Volgens Ismunandar zijn de twee landen daarover nog in overleg. Maar hij wil iedereen met zorgen geruststellen. "Er zijn Nederlandse onderzoeksteams in Indonesië geweest en die waren onder de indruk. Ze zeiden dat we meer dan klaar waren om de stukken over te nemen."
Maar het belangrijkste is volgens Boonstra dat Nederlanders zich daar ook helemaal niet mee moeten bemoeien. "Je afvragen of Indonesië die stukken wel goed kan behandelen, komt neer op een koloniaal argument. Het is Indonesisch eigendom en Nederland heeft er simpelweg niks meer over te zeggen."
De overdracht is ook onvoorwaardelijk, volgens het G2G-mechanisme, ofwel een overdracht van een soevereine overheid aan een andere. "Dat is bedoeld om koloniaal en historisch onrecht teniet te doen. Om te verzoenen. Ik vertrouw er dus op dat Indonesië er alles aan zal doen om de fossielen een plek te geven."