Demissionair minister Wiersma van Landbouw heeft een analyse van haar stikstofplannen door kennisinstituten "misschien verkeerd verwoord", maar ze blijft erbij dat die analyse haar voorgestelde beleid in grote lijnen ondersteunt. Dat zei ze bij de inloop van de ministerraad.
Wiersma beweerde deze week in het FD dat kennisinstituten zouden hebben gesproken van "goede plannen", maar die konden zich niet vinden in die lezing. "Dat kan niet op basis van de analyse worden geconcludeerd", aldus de experts.
De kennisinstituten, waaronder het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), deelden hun conclusies over de stikstofplannen vorige maand in een presentatie met een ministeriële commissie. De inhoud daarvan werd niet direct openbaar gemaakt, omdat het ging om een vertrouwelijk gesprek. Na de woorden van Wiersma maakten de kennisinstituten de presentatie alsnog openbaar.
Wiersma zegt nu dus dat ze de analyse "misschien verkeerd verwoord" heeft. "Maar ze onderschrijven ook een hoop maatregelen. Dat probeerde ik duidelijk te maken. Natuurlijk zitten er ook kritische kanttekeningen bij, die neem je mee."
Niet realistisch
Het PBL, Deltares, het RIVM en de Wageningen Universiteit hadden geconcludeerd dat de plannen van Wiersma om Nederland uit de stikstofcrisis te leiden vele miljarden zullen kosten, maar niet concreet, haalbaar en effectief genoeg zijn om de wettelijke doelen te halen.
De totale kosten van het maatregelenpakket zijn 21,3 miljard euro tot en met 2035, maar het halen van de doelen is met het voorgestelde beleid niet realistisch volgens de kennisinstellingen.
De Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) had de kennisinstituten gevraagd om het pakket aan stikstof- en natuurmaatregelen te beoordelen. De commissie was begin dit jaar opgericht om "Nederland van het slot te halen" op het gebied van stikstof.
Ambitieus, maar niet concreet
Het pakket is omvangrijk en ambitieus, maar ook nog weinig concreet, zeggen de kennisinstellingen. Verder ontbreekt een duidelijke visie op landbouw en natuur. "Ondanks de huidige dalende trend in stikstofemissie zal zonder aanvullend beleid het MCEN-doel voor emissiereductie in de landbouw niet worden gehaald", is te lezen.
Wiersma is het niet eens met de conclusie van de experts dat er met haar plannen nauwelijks stikstofwinst wordt behaald. "Dat zie ik echt anders. Er wordt stikstof gereduceerd, alleen ligt er nu nog geen beleid. Straks wel."
Belangrijk onderdeel van de plannen is het idee van 'doelsturing'. Daarmee krijgt elke boer de ruimte om zelf te kiezen op welke manier wordt voldaan aan doelen voor emissiereductie. De kennisinstituten noemen doelsturing een goed idee, maar de maatregelen bieden volgens hen weinig garanties dat het doel van uitstootdaling op deze manier wordt gehaald.
Zo is het niet duidelijk wat er gebeurt als boeren zich niet houden aan hun reductiedoel. Bovendien is het landelijke reductiedoel in de landbouw van 42 tot 46 procent in 2035 ten opzichte van 2019 volgens de experts "onrealistisch" met doelsturing.
Inkrimpen veestapel
De kennisinstellingen wijzen erop dat in vrijwel alle studies die kijken naar het halen van de doelen op het gebied van natuurherstel, klimaat en waterkwaliteit, de krimp van de veestapel noodzakelijk is. Die krimp draagt ook bij aan het verlagen van de ammoniakemissie, die voor zo'n 90 procent uit de landbouw afkomstig is. De minister herhaalde bij de inloop van de ministerraad desondanks dat het inkrimpen van de veestapel "geen doel op zich" is.
Het reduceren van de veestapel kan wat haar betreft wel het gevolg zijn van de bestaande vrijwillige uitkoopregelingen. De experts spreken echter van "grote onzekerheid over het animo voor deelname" aan deze regelingen. Ze noemen het daarom "niet aannemelijk" dat de uitkoopdoelen van Wiersma worden gehaald.