In 2023 zamelden Nederlandse gemeenten in totaal 391.000 ton pmd-afval in: plastic, metalen verpakkingen (blik) en drankkartons. Dat is gemiddeld 22,3 kilo per inwoner, blijkt uit cijfers die het CBS vandaag publiceerde. En ruim drie keer zoveel als tien jaar geleden, al is de stijgende lijn er de laatste jaren wel uit.
Gemeenten worstelen nog altijd met de beste manier om met name zoveel mogelijk plastic te scheiden van het overige afval, zodat het kan worden hergebruikt.
Vrijwel iedere gemeente lijkt weer voor een net iets ander systeem te kiezen. Vorige week nog besloot Pekela in Groningen dat de burger het plastic gewoon weer bij het 'restafval' mag gooien. Het scheiden gebeurt dan later door een machine bij de afvalverwerker.
Plastic alsnog verbrand
Ook minstens zes andere gemeenten, van Hilversum tot Valkenswaard, stapten de afgelopen twaalf maanden over op het systeem van 'nascheiding' of kondigden dit aan. Belangrijke reden: mensen gooien in de praktijk te veel afval in de pmd-containers dat daar niet hoort (tot aan complete serviezen toe).
Soms gebeurt dat uit gemakzucht, maar ook speelt mee dat regels behoorlijk ingewikkeld zijn: als iemand plastic in een grijze vuilniszak doet, wordt het al afgekeurd, want dan kun je niet zien wat er in zit.
Wethouder Reiny Kuiper zegt dat bijna al het plastic dat Pekela inzamelt om diverse redenen als 'vervuild' van de hand wordt gewezen en alsnog in de verbrandingsinstallatie verdwijnt. De rekening voor die verbranding gaat naar de gemeente. In Pekela lopen die extra kosten inmiddels op tot bijna 200.000 euro per jaar. "Een boete, in plaats van dat het scheiden geld oplevert", zegt Kuiper.
Van vier naar drie containers
Uit een enquête vorig jaar bleek dat ook de inwoners van Pekela graag af willen van het apart inzamelen van pmd-afval. "Naar de uitkomsten hebben we goed geluisterd", zegt wethouder Kuiper. De vier aparte containers bij mensen thuis maken daarom in Pekela plaats voor drie containers, bedoeld voor papier, groente- en tuinafval en voor 'gewoon' restafval.
"Voor de inwoners wordt het voortaan makkelijker", denkt Kuiper. "En we denken uiteindelijk meer grondstoffen over te houden en minder afval." Concreet levert nascheiding in de praktijk 12 procent meer plastic op, is de ervaring van afvalverwerker Omrin in de noordelijke gemeenten waar het bedrijf actief is.
Hoogbouw
Er zijn echter ook plaatsen waar de ervaring een heel andere is. Reimerswaal maakte anderhalf jaar geleden de omgekeerde beweging. De Zeeuwse gemeente stapte over van nascheiding naar een systeem waarin plastic, blik en drinkpakken apart worden opgehaald. Die beweging leverde daar juist aanzienlijk méér pmd-afval op.
Volgens de afvalbedrijven is er niet één systeem dat per definitie het beste werkt. Veel hangt af van de omstandigheden. In stedelijke gebieden met veel hoogbouw bijvoorbeeld is het lastiger om afval goed te scheiden en zal de gemeente eerder kiezen voor nascheiding. Ook speelt het gedrag van de inwoners een rol: houden die zich netjes aan de voorschriften of veroorzaken zij veel vervuiling van de pmd-stroom?
Een derde kiest voor nascheiding
Duidelijk is wel dat scheiding aan de voorkant (zogenoemde bronscheiding), mits goed uitgevoerd, het schoonste plastic oplevert dat het best is te recyclen. Maar als het scheiden aan de bron om wat voor reden dan ook niet goed haalbaar blijkt, is nascheiding een prima alternatief.
Ongeveer een derde van Nederlandse gemeenten heeft voor dat laatste systeem gekozen, schat de Nederlandse vereniging voor afval- en reinigingsdiensten (NVRD). Daarbij gaat het om de grootste delen van Groningen en Friesland, maar ook de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Volgens de NVRD is er nog geen reden om aan te nemen dat deze verhoudingen drastisch aan het verschuiven zijn.