In Venezuela heeft de nationale kiescommissie president Nicolás Maduro uitgeroepen tot winnaar van de verkiezingen. De oppositie bestrijdt zijn winst. Beide kanten claimen nu de overwinning. Het land gaat daardoor een onzekere tijd tegemoet. In hoofdstad Caracas heeft de politie gisteravond traangas en waterkannonen ingezet tegen demonstranten.
Afgaand op onafhankelijke peilingen en exitpolls vooraf kon er na 25 jaar een einde komen aan de macht van de Verenigde Socialistische Partij van Maduro. Zelf staat hij al elf jaar aan het roer na de dood van zijn voorganger Hugo Chávez, die veertien jaar president was.
In oppositiekringen werd er al rekening gehouden met een historische overwinning in het land waar veel mensen weinig merken van de door oliedollars gespekte economie. Maar de kiescommissie kende Maduro 51 procent van de stemmen toe, zonder tellingen openbaar te maken. Daarmee lijkt er weinig over van de democratie in Venezuela. Hoe kon het zover komen?
Nooit meer vrije verkiezingen
Volgens Patricio Silva, hoogleraar moderne geschiedenis van Latijns-Amerika aan de Universiteit van Leiden, begon de omwenteling in Venezuela toen Chávez in 1999 aantrad als president. "Hij paste gelijk de grondwet aan zodat hij meerdere keren herkozen kon worden", vertelt Silva. "Het was duidelijk dat hij niet van plan was na de gebruikelijke één of twee termijnen te vertrekken."
Zijn 'bolivariaanse revolutie', vernoemd naar de 19de-eeuwse Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijder Simon Bolivar, moest een langdurige systeemverandering teweegbrengen. Maar Chávez werd ziek en overleed in 2013.
Zijn rechterhand Maduro, de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, nam het over. Ook hij leek niet van plan te zijn om het politieke project van Chávez ooit ten einde te laten komen door het verliezen van een presidentiële verkiezing. Het socialistische plan werd doorgezet, maar zonder de olie-inkomsten waar Chávez uit kon putten kreeg de regering van Maduro het een stuk moeilijker.
"Hij had de pech dat hij aan de macht kwam toen de olieprijzen begonnen te dalen", zegt Silva. Die inkomsten had hij nodig om zijn sociale beleid uit te voeren. Met dat geld bekostigde het land de gezondheidszorg, volkshuisvesting en voedselbonnen. Daar was zijn steun vanuit de arme bevolkingsgroepen op gebouwd.
Charisma
Volgens Silva had Chávez nog iets wat Maduro niet heeft: charisma. "Maduro is geen warme persoonlijkheid waar mensen een binding mee voelen", zegt Silva. Chávez stond volgens hem veel dichter bij de mensen. Die voelden een persoonlijke band, alsof ze hem kenden. Maduro heeft dat talent niet.
"Dat merk je in zijn toespraken", zegt Silva. "Het ontbreekt hem aan een langetermijnvisie die het volk enthousiasmeert en samenbrengt." Hij lijkt bijvoorbeeld geen moment wakker te liggen van het feit dat in de voorbije jaren al zeven miljoen inwoners het land hebben verlaten. Silva ziet geen enkele intentie in het beleid van Maduro om die exodus te stoppen.
Silva omschrijft de binding die nog veel arme Venezolanen met Maduro hebben meer als een cliëntelistische relatie. In ruil voor financiële steun, in de vorm van voedselbonnen, huursubsidies en sterk gesubsidieerde gezondheidszorg, blijven vooral armere Venezolanen op hem stemmen, zelfs nu nog.
Eerder zwakker dan sterker
Zonder verbindend leiderschap lijkt het steeds moeilijker te worden voor Maduro om zijn macht vast te houden, schetst Silva. "Hij moet nu met geloofwaardige cijfers komen die zijn winst legitimeren. Cijfers die te controleren zijn door onafhankelijke waarnemers." Hij verwacht dat zowel vanuit Venezuela als internationaal de druk op Maduro zal toenemen als hij dit bewijs niet kan geven.
Vooral buurlanden Brazilië en Colombia volgen de ontwikkelingen in Venezuela op de voet. President Lula van Brazilië lijkt het vertrouwen in Maduro kwijt te zijn, zegt Silva. "Hij nodigde hem vorig jaar nog uit voor een bijeenkomst in zijn land. Lula wees toen de beschuldigingen van autoritarisme aan het adres van Maduro van de hand. Maar ook Lula is geschrokken van de harde toon van Maduro voorafgaand aan deze verkiezingen, toen hij dreigde met een mogelijk bloedbad en een burgeroorlog als hij verloor."
De vraag of er daadwerkelijk is gefraudeerd tijdens de verkiezingen doet er volgens Silva eigenlijk weinig toe. Maduro heeft het volk er niet van kunnen overtuigen dat er überhaupt sprake was van eerlijke verkiezingen. Door oppositiekandidaten niet te laten meedoen en internationale waarnemers te weigeren zijn deze verkiezingen ongeloofwaardig, zegt hij.
"Het betekent niet dat het regime meteen valt. Maar naarmate de tijd vordert en een duidelijke verantwoording van deze winst uitblijft, zal zijn regime eerder zwakker dan sterker worden", zegt Silva.