Vattenfall trekt stekker uit omstreden plan voor biomassacentrale Diemen
Energiebedrijf Vattenfall stapt definitief af van het plan om een biomassacentrale te bouwen in Diemen. In plaats daarvan wil het bedrijf zoeken naar een andere manier om de woningen in de omgeving te verwarmen, zo maakt Vattenfall vandaag bekend. Het bedrijf heeft daarvoor een nieuwe overeenkomst getekend met meerdere gemeentes en de provincies Noord-Holland en Flevoland.
De provincie Noord-Holland had Vattenfall in 2019 een vergunning verleend voor de bouw van de biomassacentrale. De bedoeling was dat daar jaarlijks maximaal 212 kiloton aan houtpellets zouden worden verbrand. De vrijkomende energie zou dan gebruikt worden om huishoudens in Amsterdam, Diemen en Almere van warmte te voorzien.
Hoewel het plan op veel kritiek stuitte, verleende de provincie een vergunning - zonder dat er onderzoek was gedaan naar de mogelijke milieueffecten. Onderzoek was niet nodig omdat houtpellets volgens de provincie geen afval zijn.
De Raad van State oordeelde vorig jaar dat een onderzoek naar de milieueffecten toch nodig was en vernietigde de vergunning die de provincie Noord-Holland had verleend. De aanvraag moest daardoor opnieuw worden gedaan door Vattenfall. Het bedrijf kondigde destijds al aan de aanvraag te pauzeren en alternatieve warmtebronnen te onderzoeken.
Geothermie en waterstofDie vergunningsaanvraag wordt nu helemaal gestopt en Vattenfall gaat kijken naar andere manieren om woningen in de omgeving te verwarmen, meldt het bedrijf.
Een van de alternatieven waaraan het energiebedrijf denkt is het gebruik van geothermie: warmte uit de diepe ondergrond van de aarde. Verder wordt er gekeken naar het gebruik van restwarmte uit datacenters. Andere optie is om de energiecentrale bij Diemen, die nu nog op aardgas draait, over te laten schakelen op waterstof, schrijft stadsomroep AT5.
Het bedrijf zegt "actieve steun" te hebben gekregen van de gemeentes en provincies voor de ontwikkeling van duurzame warmtebronnen. Tegelijkertijd zijn er volgens het bedrijf nog belangrijke uitdagingen om de alternatieven voor verwarming op gas betaalbaar te houden voor leveranciers en klanten.