Opgegraven kanonnen in Hoorn blijken uit Engeland en Zweden te komen
De herkomst van drie kanonnen die al honderden jaren half begraven in Hoorn liggen, is bekend. Ze blijken uit de eerste helft van de zeventiende eeuw te stammen en te zijn geïmporteerd uit Zweden en Engeland.
Tot drie jaar geleden stak slechts het topje van de kanonnen boven de straat uit bij het Westfries Museum. Op het eerste gezicht deden ze menigeen denken aan palen en in Hoorn stonden ze bij het uitgaanspubliek dan ook wel bekend als 'pispalen'.
Maar experts wisten wel beter: onder de grond lagen drie kanonnen. Alleen waar ze precies vandaan kwamen en hoelang ze daar al lagen was onduidelijk. Dus toen het Westfries Museum eind 2022 aan een flinke renovatie zou beginnen, werd dat gezien als een uitstekend moment om de kanonnen uit te graven en nader te onderzoeken.
"Tot onze stomme verbazing waren ze op een paar flinters na compleet", zegt archeoloog Michiel Bartels van Archeologie West-Friesland tegen de regionale omroep NH. Dat komt volgens hem waarschijnlijk doordat de kanonnen in zand waren ingegraven, waardoor ze goed behouden bleven.
Door de staat van het geschut kon vrij gedetailleerd worden herleid waar het vandaan kwam. Eén kanon blijkt afkomstig uit een oude ijzergieterij in het Zweedse Huseby, de andere twee komen uit Engeland.
Ook de tijd waaruit ze komen is nu duidelijk. Eerst werd gedacht aan de late zeventiende of vroege achttiende eeuw, maar ze blijken iets ouder. Ze stammen uit de periode tussen 1620 en 1650.
GietijzerDe kanonnen zijn van gietijzer. Dat was een stuk goedkoper dan brons. "Bronzen kanonnen gingen langer mee en waren niet magnetisch", zegt Bartels. "Maar oorlogsschepen uit die tijd hadden doorgaans 44 tot 48 kanonnen aan boord. De kosten liepen daardoor snel op." Hoewel het zeventiende-eeuwse Hoorn bekend stond als een welvarende en rijke havenstad, werd dus veelal gebruikgemaakt van het goedkopere soort kanonnen. Die werden geïmporteerd uit Engeland, Zweden en Polen.
De drie opgegraven kanonnen werden zowel op zee als op land gebruikt. Later werden ze ingegraven als bescherming van het straatbeeld, vertelt Bartels. "Zo konden karren en rijtuigen de gebouwen niet beschadigen."
OnderstebovenDe kanonnen zijn inmiddels schoongemaakt en opnieuw geverfd. Ze zijn te zien op het Oostereiland, een paar honderd meter bij het Westfries Museum vandaan.
Als het goed is, blijven ze daar ook te bekijken, zegt Bartels. "We gaan ze in ieder geval niet meer ondersteboven ingraven voor de deur van het museum."